Schilders en Schilderessen. 115
dert, en ras verkogt waren. De meefte die men
ziet zyn groote Rukken, en vele der zelveverbeeL
den door de boomen, boven het gebergte d'op-
gaande zon , ftralendeover de velden , die natuur-
lyk fchynen met morgendaau overfpreit te wezen,
wordende alles wat in afftant leit door fchemeringe
ontdekt. Duidelyk zyn de verdeelingen van den
dag aan de verfchillige temperinge der Verwen 5
in de zelve te befpeuren. Men ziet den morgenftond,
de Velden meteen blaau floers overkleeden: de kla-
ren middag de voorwerpen duidelyk ontdekken;
en den Avondftond door zynen fafferaanverwigen
gloed groene Velden, Boomen, en Gronden
taanen.
’K heb eenige jaren geleden een wonderfchoon
en konftig gefchildert ftuk van hem gezien by den
Konftminner de Jode, toenmaals Droft van ’c
Haagfe Hof, ’t geen , om dat het by al zyn werk
uitftak in helderheid, zuiverheid, uitvoerigheid,
en natuurlykheid, genoemt werd het Tefta-
ment van B o t h : dat zeggen wil, het ftuk dat
hy tot een ftaal van zyn Konft, en om zyn roem
op te houden, naargelaaten heeft. Dit ftuk was
ruim 6 voeten groot in de hoogte, en in hetzelve
verbeeld de Fabel van Argus en Merkuur, die
redelyk groot, braaf gefchildert, en geteekent
waren. Voorts was het gantfche landfchap, gelyk
ik gezeit heb helder, en ’t groen natuurlyk fris
van koleur , nogte zoo gebraden of getaant alsmen
veeltyds van hem ziet.
Zy hebben vele jaren te famen in Italië gewoont,
leefden in min, en deden malkander in ’t fchil-
deren veel dienft , en zouden zekerlyk langer ,
daar gebleven hebben, zoo niet de dood een
fcheiding tuflchen hen beiden gemaak’thad, tot
H 2 fmart
dert, en ras verkogt waren. De meefte die men
ziet zyn groote Rukken, en vele der zelveverbeeL
den door de boomen, boven het gebergte d'op-
gaande zon , ftralendeover de velden , die natuur-
lyk fchynen met morgendaau overfpreit te wezen,
wordende alles wat in afftant leit door fchemeringe
ontdekt. Duidelyk zyn de verdeelingen van den
dag aan de verfchillige temperinge der Verwen 5
in de zelve te befpeuren. Men ziet den morgenftond,
de Velden meteen blaau floers overkleeden: de kla-
ren middag de voorwerpen duidelyk ontdekken;
en den Avondftond door zynen fafferaanverwigen
gloed groene Velden, Boomen, en Gronden
taanen.
’K heb eenige jaren geleden een wonderfchoon
en konftig gefchildert ftuk van hem gezien by den
Konftminner de Jode, toenmaals Droft van ’c
Haagfe Hof, ’t geen , om dat het by al zyn werk
uitftak in helderheid, zuiverheid, uitvoerigheid,
en natuurlykheid, genoemt werd het Tefta-
ment van B o t h : dat zeggen wil, het ftuk dat
hy tot een ftaal van zyn Konft, en om zyn roem
op te houden, naargelaaten heeft. Dit ftuk was
ruim 6 voeten groot in de hoogte, en in hetzelve
verbeeld de Fabel van Argus en Merkuur, die
redelyk groot, braaf gefchildert, en geteekent
waren. Voorts was het gantfche landfchap, gelyk
ik gezeit heb helder, en ’t groen natuurlyk fris
van koleur , nogte zoo gebraden of getaant alsmen
veeltyds van hem ziet.
Zy hebben vele jaren te famen in Italië gewoont,
leefden in min, en deden malkander in ’t fchil-
deren veel dienft , en zouden zekerlyk langer ,
daar gebleven hebben, zoo niet de dood een
fcheiding tuflchen hen beiden gemaak’thad, tot
H 2 fmart