HISTORIPENNINGEN.
(r) Resol.
der Staat,
van Holl.
18 April
1603. fol,
124.
(2) S. van
Leeuw.
Batav.
Illustr. fol.
1020.
(3) Resol.
der Ge-
comm.•
Raad,
van Holl.
3 Febr.
1603. fol.
23.
(4) Resol.
der Ge-
comm.
Raad.
van Holl.
2 Mey
1603. fol.
zabet, doch geenszins met het Engelsche|
ryk; en geboodt dierhalven by plakaat
niet alleen dien landaardt niet meer te be-
schaadigen, maar dat ook alle gevangens,
die onderdaanen van den nieuwen Koning
waaren, op vrye voeten zouden gesield
worden. Dit gedrag baarde by de Ver-
eenigde Staaten geene kleyne bekomme-
ring: welke reeds by brieven den nieuwen
Koning hebbende geluk gewenscht, thans
het zelve door 't afzenden van een plegtig
Gezantschap vernieuwden ; waartoe Fre-
derik Hendrik Maurits Broeder, Walraaf
van (1) Breederoode, Jakob Valk Schat-
meester van Zeeland, en de Voorspraak
van Holland Johan van Oldenbarneveld
benoemd wierden; wier laatstens Dochter
Maria, uyt aanmerkinge van haars Vaders
ongemeene diensten aan den Lande bewee-
zen, op haar huuwelyk met (2) Kornelis
van der Myle , van wege de Gemagtigde
Raaden van Holland in dit jaar met twee
zilvere vergulde drinkkoppen, die behalven
het maakloon tweehonderdeenennegentig
guldens en twee schellingen gekost hebben-
de (3) het wapen der Staaten van Holland
voerden, door handen van den Geheym-
schryver Duyk was beschonken. Den der-
den van Bloeimaand was Oldenbarneveld
(4) uyt 's Graavenhaage, in gezelschap der
andere Gezanten, over den Briel naar En-
geland vertrokken; alwaar zy aangekomen
zynde, niet alleen het achtervolgen der ou-
de vriendsehap, maar ook dezelfde hulpen
den onderstand, die de Vereenigde Gewes-
ten van de overleede Koningin genooten
hadden, verzochten. Koning Jakob , hoe-
L Boek.g
wel hy de Staatsche Gezanten met veele 1603.
heusheyd ontfing, ontschuldigde zich (ƒ) & h.
echter op zyne versche komst tot den G,r°ot„
troon, en dat hy in tyd en wyle zoude foi.454.
zien, wat best diende gedaan te worden.
Ondertussehen liet hy by deeze gelegcn-
heyd zich zoo verre uyt, dat ieder ligt be-
merken kon, dat hy, zoo veel hem im-
mers moogelyk waare, zyne gedachten
zoude op Vreede (6) zetten. En inderdaad
tusichen hem en de kroon van Spanje was fol. 498.
totnogtoe niets vyandlyks voorgevallen : verto°
ja, dat meer is, Koning Philips had hem,
zoo hy om op den Engelschen troon te ge-
raaken de wapenen moest aansehieten, de
zyne van zelf tot hulp en onderstand aan-
gebooden. Des zag men in de Vereenigde
Gewesten wel tegemoet, dat men van den
nieuwen Koning, hoewel grooter in magt,
minder hulpe voortaan te verwachten had.
Echter verloor men aldaar, door het ont-
beeren van dien onderstand geenszins de
hoope van de totduslang gehandhaafde
Vryheyd door de wapenen nog langer te
zullen konnen beschermen: mids men on-
derstelde dat de vruchten van den zoo wyd
uytgebreyden koophandel, ende zuurear-
beyd der huysluyden zoo veel ten ge-
meenen nutte zouden konnen opbren-
gen, dat daaruyt een genoegzaam getal
krysknechten konde onderhouden wor-
den ; welke in staat zouden zyn om
het Land tegens alle vyandlyke aanssaa-
gen te beschermen. Het gene de zinspee-
ling deezer legpenningen is, welke in dit
en 't volgende jaar zyn gessaagen gewor-
den.
L Op de voorzyde van den eersten ziet men eenen akkerman, onder 't wapen van Westvries-
land, zyne jukbeesten met zweepssaagen voor den ploeg voortdryven; binnen dit randschrift:
VICTUM TIBI PR^PARO, PERGE.
VAAR VOORT, IK BERETDE U DE LEEFTOCHT
Op deeze aanmoediging betuygt een welgewapend krygsknecht, die op detegenzyde verbeeld
Az is,
(r) Resol.
der Staat,
van Holl.
18 April
1603. fol,
124.
(2) S. van
Leeuw.
Batav.
Illustr. fol.
1020.
(3) Resol.
der Ge-
comm.•
Raad,
van Holl.
3 Febr.
1603. fol.
23.
(4) Resol.
der Ge-
comm.
Raad.
van Holl.
2 Mey
1603. fol.
zabet, doch geenszins met het Engelsche|
ryk; en geboodt dierhalven by plakaat
niet alleen dien landaardt niet meer te be-
schaadigen, maar dat ook alle gevangens,
die onderdaanen van den nieuwen Koning
waaren, op vrye voeten zouden gesield
worden. Dit gedrag baarde by de Ver-
eenigde Staaten geene kleyne bekomme-
ring: welke reeds by brieven den nieuwen
Koning hebbende geluk gewenscht, thans
het zelve door 't afzenden van een plegtig
Gezantschap vernieuwden ; waartoe Fre-
derik Hendrik Maurits Broeder, Walraaf
van (1) Breederoode, Jakob Valk Schat-
meester van Zeeland, en de Voorspraak
van Holland Johan van Oldenbarneveld
benoemd wierden; wier laatstens Dochter
Maria, uyt aanmerkinge van haars Vaders
ongemeene diensten aan den Lande bewee-
zen, op haar huuwelyk met (2) Kornelis
van der Myle , van wege de Gemagtigde
Raaden van Holland in dit jaar met twee
zilvere vergulde drinkkoppen, die behalven
het maakloon tweehonderdeenennegentig
guldens en twee schellingen gekost hebben-
de (3) het wapen der Staaten van Holland
voerden, door handen van den Geheym-
schryver Duyk was beschonken. Den der-
den van Bloeimaand was Oldenbarneveld
(4) uyt 's Graavenhaage, in gezelschap der
andere Gezanten, over den Briel naar En-
geland vertrokken; alwaar zy aangekomen
zynde, niet alleen het achtervolgen der ou-
de vriendsehap, maar ook dezelfde hulpen
den onderstand, die de Vereenigde Gewes-
ten van de overleede Koningin genooten
hadden, verzochten. Koning Jakob , hoe-
L Boek.g
wel hy de Staatsche Gezanten met veele 1603.
heusheyd ontfing, ontschuldigde zich (ƒ) & h.
echter op zyne versche komst tot den G,r°ot„
troon, en dat hy in tyd en wyle zoude foi.454.
zien, wat best diende gedaan te worden.
Ondertussehen liet hy by deeze gelegcn-
heyd zich zoo verre uyt, dat ieder ligt be-
merken kon, dat hy, zoo veel hem im-
mers moogelyk waare, zyne gedachten
zoude op Vreede (6) zetten. En inderdaad
tusichen hem en de kroon van Spanje was fol. 498.
totnogtoe niets vyandlyks voorgevallen : verto°
ja, dat meer is, Koning Philips had hem,
zoo hy om op den Engelschen troon te ge-
raaken de wapenen moest aansehieten, de
zyne van zelf tot hulp en onderstand aan-
gebooden. Des zag men in de Vereenigde
Gewesten wel tegemoet, dat men van den
nieuwen Koning, hoewel grooter in magt,
minder hulpe voortaan te verwachten had.
Echter verloor men aldaar, door het ont-
beeren van dien onderstand geenszins de
hoope van de totduslang gehandhaafde
Vryheyd door de wapenen nog langer te
zullen konnen beschermen: mids men on-
derstelde dat de vruchten van den zoo wyd
uytgebreyden koophandel, ende zuurear-
beyd der huysluyden zoo veel ten ge-
meenen nutte zouden konnen opbren-
gen, dat daaruyt een genoegzaam getal
krysknechten konde onderhouden wor-
den ; welke in staat zouden zyn om
het Land tegens alle vyandlyke aanssaa-
gen te beschermen. Het gene de zinspee-
ling deezer legpenningen is, welke in dit
en 't volgende jaar zyn gessaagen gewor-
den.
L Op de voorzyde van den eersten ziet men eenen akkerman, onder 't wapen van Westvries-
land, zyne jukbeesten met zweepssaagen voor den ploeg voortdryven; binnen dit randschrift:
VICTUM TIBI PR^PARO, PERGE.
VAAR VOORT, IK BERETDE U DE LEEFTOCHT
Op deeze aanmoediging betuygt een welgewapend krygsknecht, die op detegenzyde verbeeld
Az is,