DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.70215#0014
4 NEDERLANDSCH E
1603. is, het Vaderland in 't vervolg even moedig te willen beschermen ; want het randschrift dier
-zyde luydt aldus:
TERRASQUE TUEBOR ET URBES. 160;.
IK ZAL DE LANDEN EN STEDEN BESCHERMEN. 160;.
II. De tweede, die de zelfde voorzyde en verbeelding op de rugzyde heeft, is aldaar zonder
randschrift, maar de voorgrond bestempeld met de zelfde woorden:
TERRASQUE TUEBOR ET URBES.
IK ZAL DE LANDEN EN STEDEN BESCHERMEN.
III. Dit zelfde ruggestuk heeft ook de derde, wiens voorstuk den zoobeschreeven akkerman,
nevens het Westvrieiche wapenschild en boven dit opschrift, vertoont:
VICTUM TIBI PRiEPARO, PERGE. 1604.
VAAR VOORT, IK BERETDE U DE LEEFTOCHT. 1604.
Deeze voordeelige gesteldheyd van den
Koning van Engeland voor dien van Span-
je, en dat de Stedevoogd van's Hertogen-
bosch het geluk had van vyf vaanen ruyte-
(i)H. de ren der Vereenigde Gewesten te(i)verssaan,
Groot boezemde den Aartshertogen eenen nieu-
° wen moed in , om , waare 't moogelyk,
Ned. Hist
fol. 458.
eenen inval in Zeeland, met acht welbe-
(2) Resol.
der Ge-
comm.
Raad,
van Holl.
3oSept.
1602. fol.
290.
(3 )Meter.
Ned. Hist.
sol. 500.
mande galeijen, die hy in 't voorgaande
jaar (2) uyt Spanje bekomen had, en vier
mindere schepen onder het beleyd van Fre-
derik Spinola te onderneemen. Welke,
begeerig om door eene merkwaardige daad
voor zich eenen onsterflyken naam te ver-
werven, den zesentwintigsten van (3)
Bloeimaand met eenen zachten wind uyt
de haven van Sluys liep, en tusschen de
banken doorgevaaren zynde, en de Staat-
sche schepen in 't gezigt gekreegen hebben-
de, in de ope zee eene bequaame plaats
uytkoos om slag te leveren. De uytleggers
derVereenigdeGewestenbestonden uyt drie
Zeeuwfche oorlogschepen en twee galeijen,
van welke 'er vier aanstonds op 't zien van
den vyand dien te gemoet voeren , mids
het vyfde door tegenwind niet konde op-
komen. Spinola, behalven dat hy sterker
in schepen en krygsvolk was, had daaren-
boven ook het voordeel van den wind en
(4) H. de
Groot
Ned. Hist.
fol. 458.
der zonne; zulks zyne vloot, zoodra als
moogelyk was, onder een yslyk (q) ge-
schreeuw der Staatsche schepen in'tgemeen,
doch hy en nog een ander schip dat van
JoostdeMoor, Opperhoofd der Zeeuwen,
in't byzonder aantastten. Hevig was dee-
ze ontmoeting nu vanverre, nu vannaby,
nu met grof geschut, nu met het handge-
weer, zonder dat in 't eerst de een of de
ander zich uyt het gevecht eenig voordeel
konde toeëygenen. Des besloot Spinola
in deeze onzekerheyd nog krachtiger poo-
ging te doen op 't achterste van des Bevel-
hebbers schip , om door 't veroveren van
dat, zich van degeheele zeege oogfchyne-
lyk te verzekeren : dan door de moedige te-
genweer van 't Nederlandsche fcheepsvolk,
dat uyt den aardt wel aan den man wil ,
wierdt (5) hy met meer dan eene won- (s)Bentm
de en wel driehonderd der zynen afge- Ned°.Oorl.'
maakt, daarenboven nog eene groote me- pag.700.
nigte gequetst, veele riemen verbroken,
en alle zyne schepen lelyk gehavend en
doornageld. Des benam dit en de dood des
Spaanschen Bevelhebbers den overigen de
hoope van de zeege te konnen bekomen;
zulks zy vreezende, dat door het geduurig
gedonder van 't grof geschut de Zeeuwen,
op hunne kusten van't gevecht verwittigd,
hunnen landaardt nieuwe schepen ten on-
derstand mogten toezenden , bytyds we-
der, om niet van alle kanten beslooten te
(6) worden, naar de haven van Sluys lie- (6)H. de
pen. Door deeze zeege, behaald met zeer N^°Hist!
kleyn verlies der Zeeuwen, mids hunne foi.;59.
zwaarlyvige schepen door geene musket-
kogels ligtelyk konden doorboord wor-
den , is de ongegronde schrik voor de
Spaansche galeijen, die zy in 't begin had-
den opgevat, t'eenemaalverdweenen ; zyn-
de nu door ondervinding gebleeken , dat
zy, zelfs by stilte, konden overwonnen
worden. Des was de vreugd nu te groo-
ter, en heeft men, om de gedachtenis der
zelve aan de naakomelingfchap naa te laa-
ten, in (7) Zeeland deezen legpenning ge- NedMra
munt. fol.500.°
De
1603. is, het Vaderland in 't vervolg even moedig te willen beschermen ; want het randschrift dier
-zyde luydt aldus:
TERRASQUE TUEBOR ET URBES. 160;.
IK ZAL DE LANDEN EN STEDEN BESCHERMEN. 160;.
II. De tweede, die de zelfde voorzyde en verbeelding op de rugzyde heeft, is aldaar zonder
randschrift, maar de voorgrond bestempeld met de zelfde woorden:
TERRASQUE TUEBOR ET URBES.
IK ZAL DE LANDEN EN STEDEN BESCHERMEN.
III. Dit zelfde ruggestuk heeft ook de derde, wiens voorstuk den zoobeschreeven akkerman,
nevens het Westvrieiche wapenschild en boven dit opschrift, vertoont:
VICTUM TIBI PRiEPARO, PERGE. 1604.
VAAR VOORT, IK BERETDE U DE LEEFTOCHT. 1604.
Deeze voordeelige gesteldheyd van den
Koning van Engeland voor dien van Span-
je, en dat de Stedevoogd van's Hertogen-
bosch het geluk had van vyf vaanen ruyte-
(i)H. de ren der Vereenigde Gewesten te(i)verssaan,
Groot boezemde den Aartshertogen eenen nieu-
° wen moed in , om , waare 't moogelyk,
Ned. Hist
fol. 458.
eenen inval in Zeeland, met acht welbe-
(2) Resol.
der Ge-
comm.
Raad,
van Holl.
3oSept.
1602. fol.
290.
(3 )Meter.
Ned. Hist.
sol. 500.
mande galeijen, die hy in 't voorgaande
jaar (2) uyt Spanje bekomen had, en vier
mindere schepen onder het beleyd van Fre-
derik Spinola te onderneemen. Welke,
begeerig om door eene merkwaardige daad
voor zich eenen onsterflyken naam te ver-
werven, den zesentwintigsten van (3)
Bloeimaand met eenen zachten wind uyt
de haven van Sluys liep, en tusschen de
banken doorgevaaren zynde, en de Staat-
sche schepen in 't gezigt gekreegen hebben-
de, in de ope zee eene bequaame plaats
uytkoos om slag te leveren. De uytleggers
derVereenigdeGewestenbestonden uyt drie
Zeeuwfche oorlogschepen en twee galeijen,
van welke 'er vier aanstonds op 't zien van
den vyand dien te gemoet voeren , mids
het vyfde door tegenwind niet konde op-
komen. Spinola, behalven dat hy sterker
in schepen en krygsvolk was, had daaren-
boven ook het voordeel van den wind en
(4) H. de
Groot
Ned. Hist.
fol. 458.
der zonne; zulks zyne vloot, zoodra als
moogelyk was, onder een yslyk (q) ge-
schreeuw der Staatsche schepen in'tgemeen,
doch hy en nog een ander schip dat van
JoostdeMoor, Opperhoofd der Zeeuwen,
in't byzonder aantastten. Hevig was dee-
ze ontmoeting nu vanverre, nu vannaby,
nu met grof geschut, nu met het handge-
weer, zonder dat in 't eerst de een of de
ander zich uyt het gevecht eenig voordeel
konde toeëygenen. Des besloot Spinola
in deeze onzekerheyd nog krachtiger poo-
ging te doen op 't achterste van des Bevel-
hebbers schip , om door 't veroveren van
dat, zich van degeheele zeege oogfchyne-
lyk te verzekeren : dan door de moedige te-
genweer van 't Nederlandsche fcheepsvolk,
dat uyt den aardt wel aan den man wil ,
wierdt (5) hy met meer dan eene won- (s)Bentm
de en wel driehonderd der zynen afge- Ned°.Oorl.'
maakt, daarenboven nog eene groote me- pag.700.
nigte gequetst, veele riemen verbroken,
en alle zyne schepen lelyk gehavend en
doornageld. Des benam dit en de dood des
Spaanschen Bevelhebbers den overigen de
hoope van de zeege te konnen bekomen;
zulks zy vreezende, dat door het geduurig
gedonder van 't grof geschut de Zeeuwen,
op hunne kusten van't gevecht verwittigd,
hunnen landaardt nieuwe schepen ten on-
derstand mogten toezenden , bytyds we-
der, om niet van alle kanten beslooten te
(6) worden, naar de haven van Sluys lie- (6)H. de
pen. Door deeze zeege, behaald met zeer N^°Hist!
kleyn verlies der Zeeuwen, mids hunne foi.;59.
zwaarlyvige schepen door geene musket-
kogels ligtelyk konden doorboord wor-
den , is de ongegronde schrik voor de
Spaansche galeijen, die zy in 't begin had-
den opgevat, t'eenemaalverdweenen ; zyn-
de nu door ondervinding gebleeken , dat
zy, zelfs by stilte, konden overwonnen
worden. Des was de vreugd nu te groo-
ter, en heeft men, om de gedachtenis der
zelve aan de naakomelingfchap naa te laa-
ten, in (7) Zeeland deezen legpenning ge- NedMra
munt. fol.500.°
De