Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Loon, Gerard van; Lom, Christiaan van [Oth.]; Vaillant, Isaac [Oth.]; Gosse, Pierre [Oth.]; Alberts, Rutgert Christoffel [Oth.]; Hondt, Pieter de [Oth.]
Beschryving Der Nederlandsche Historipenningen: Of beknopt Verhaal van't gene sedert de Overdracht Der Heerschappye Van Keyzer Karel Den Vyfden Op Koning Philips Zynen Zoon, Tot het sluyten van den Uytrechtschen Vreede, In de zeventien Nederlandsche Gewesten is voorgevallen (Tweede Deel) — In 's Graavenhaage: By Christian Van Loom, Isaac Vaillant, Pieter Gosse, Rutgert Alberts, en Pieter De Hondt, 1726

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.70215#0088
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
i6iz. Gelyk de overlceden zonder goede uyt-
— -komste in de Gulikfche, zoo had by ook
te vergeefsch tot het byleggen der gereeze-
ne Akensche geschillen gearbeyd: die al-
dus hun begin namen. In 't jaar vyftien-
honderdachtennegentig de Onroomsche
inwoonders den Roomfchen Magistraat
(r) Mete- uyt die stad (i) gejaagd hebbende, wier-
H^l' den zy daarom in den Ryksban gedaan, en
408. ° aan den Bissehop van Keulen daarvan de
uytvoering bevolen; zulks hy met hulpe
van den Keurvorst van Ments en den Her-
tog van Kleef die van den Roomschen Ma-
gistraat in hunne bedieningen hersteld, en
den Onroomsehen uyt de stad gejaagd heeft.
Gelyk nu de Onroomsehen sedert niet dan
met leetweezen zich van de oeffening van
hunnen Godsdienst beroofd zaagen, zoo
@Merc. hebben in het jaar zestienhonderd (2) de
ról', Roomscheingezeetenen,om tegensalle aan-
tome II. ssaagen der Onroomsehen bestandig te wee-
pag.2.19. zen, zich en hunne stad onder de bescher-
(3) Vassor ming van de Aartshertogen,(3) Vorsten der
Louisde Roomfche Nederlanden, begeeven. Des-
Xiii.tome onaangezien, mids twee Onroomsche Vor-
I.pag.181. sten zich in 't bezit van de landen van den
overleeden Vorst van Gulik gesteld hadden,
greepen de Onroomsehen weder moed, en
zich van het Stadhuys, de sleutels der
poorten, en eyndelyk van de geheele stad

zelve verzekerd hebbende, herschiepenzy
den (4) Magistraat , stelden daarin, die QVassor
van hunne geloofsbelydenis waaren , en ,st,e
verzochten onderstand van de Prinsen Be- xiiLtome

zitters. De Roomschen integendeel ver- I.pag.183.
voegden zich by de Aartshertogen, die,
gelyk ook de overleeden Bisschop van Keu-
len, tot bylegging der gereezene geschil-
len eenige Gezanten als bemiddelaars der-
waart zonden. Dan de bedrygingen, die
de Gezanten der (5) Aartshertogen dee- , Merc&
den, verbitterden nogmeêr de gemoederen rón.'
der Onroomsehen, zulks hunne bemidde- tomeir.
ling niet wierdt aangenomen. Des wierdt verf,"
de stad Aken door Keyzer Rudolf in den
Ryksban gedaan , en de uytvoering van
dien wederom aan den Aartshertog Aalbert
en den nu overleeden Ernest van (6) Beije-
re opgedraagen. Zy maakten zich dan
beyden tot de uytvoering gereed; doch de
Keyzer op den tienden dag deezes jaars aan
't voeteuvel te Praag in den ouderdom van

(6) Vassor
Hist. de
Louis
Xlll.tome
Lpag.570.

zestig jaaren komende te (7) overlyden, ^™erc

zoo wierdt daardoor de uytvoering van het
gevelde banvonnis geschort. Desonaange-
zien zag men tot lof van Aalbert , aan
wiens wysheyd het Keyzerlyke vermoo-
gen, om in 't Ryk recht te doen, was op-
gedraagen, deeze legpenningen in dit jaar
in Brabant munten.

1612.
tome II.
pag.388.
veria.


I. Op de eene zyde leest men rondom de borstbeelden der beyde Aartshertogen in den rand
deezen tytel:
ALBERTUS ET ISABELLA Dei Gratia.
AALBERT EN IZABELLE DOOR GODS GENADE.
Op de andere zyde ziet men, tot een teken der aanbevoole rechtspleegingein 's Keyzers naam,
den Keyzerlyken Arend met zyne klaauwén den rykssehepter en eene onzydige weegfchaal hou-
den; binnen dit randschrift:
AEQUA POTENTIA. 1612.

RECHTVAARDIG VERMOOGEN. 1611.


II. Tot een teken van de zonderlinge wysheyd en voorzigtigheyd der Aartshertogen , aan
welke de ryksstaf of, om beter te zeggen, de uytvoering van 't ryksvonnis was toevertrouwd, ziet
, men
 
Annotationen