Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Loon, Gerard van; Lom, Christiaan van [Bearb.]; Vaillant, Isaac [Bearb.]; Gosse, Pierre [Bearb.]; Alberts, Rutgert Christoffel [Bearb.]; Hondt, Pieter de [Bearb.]
Beschryving Der Nederlandsche Historipenningen: Of beknopt Verhaal van't gene sedert de Overdracht Der Heerschappye Van Keyzer Karel Den Vyfden Op Koning Philips Zynen Zoon, Tot het sluyten van den Uytrechtschen Vreede, In de zeventien Nederlandsche Gewesten is voorgevallen (Tweede Deel) — In 's Graavenhaage: By Christian Van Loom, Isaac Vaillant, Pieter Gosse, Rutgert Alberts, en Pieter De Hondt, 1726

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.70215#0411
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
HISTORIPENNINGEN. IlII.Boek. 4ot
II. De tweede heeft het zelfde voorstuk, en op het ruggestuk het schip Argo (i) door de ifyf.
Griekfche Zeehelden bestierd, 't gene wegens zynen welgelukten togt zeegepraalender wyze , -=
t'huys komende onder (2) de sterren geplaatst is. Achterwaart wordt de stad Amsterdam in 't H^id*
verfchiet gezien, en in den rand deeze spreuk (;) geleezen; EpistVL
^su 65.
(2) Cicerd,
PELAGUS QUANTOS APERIMUS IN USUS !
/ (3) Valer#
TOT HOEGROOTE VOORDELLEN ONTSLUITEN Am
WT DE ZEE! ^6%

111. De derde verbeeldt op de eene zyde de BEURS HAMSTERDAM', binnen dit
tandschrift :

SIET MUNTER VERTOONT DIT KOSTELYCK GËBOÜ,
DAT 'S WERELTS HANDEL NIET HEEL OMVATTEN SOU.

De voorgevel van 't NIEUW STADTHUTS HAMSTERDAM staat op de and^
re zyde; wier rand omzoomd is met dit omschrift:
DOOR BURGERMEEST'REN EN DEN REEDT,
DIT MAGHTIGH HUTS SOO HEERLEGE ST^ET.

Het vernoegen van dit prachtige Raad-
huys zoonaa volbouwd en dus ingewyd te
Zien,wierdt niet weynig gemaatigd, door
de gruuwelyke pestziekte , waaronder
deeze stad, evenals ook Leyde, Haaf-
lem, Dordrecht, en andere Reden der
Vereenigde Gewesten jammerlyk ver-
zuchtten, en zeerveelen haarer inWoon-

deren zaagen wegrukken ; zulks in de zes
. „ laatste maanden deezes (4) jaars op deeze
Merk ° wyze over de dertienduyzend menschen
annoi60. binnen Amsterdam kwaamen te sneuve-
P''"7' len. Onder de Luyden van aanzien,
die in dit jaar het stervelyke, hoewel
niet door de pestziekte, asseyden, moet
Graaf Johan Wolfert, vyfentwintigste
(5)P.Voet (s)Heer van Breederoode , niet Vergee-
ver^i ten w°rden : welke befaamd door zy-
ren van ne hooge geboorte, als zynde van de ou-
Breede- de Graaven van Holland afkomstig, oök
p°§ i°4§ door zyne betoonde krygsdeugden daaren-
cnvs. boven beroemd was ; dewyl hy als
Hoofdbevelhebber der ruyterbenden van
den Staat de roemruchtigste onderneemin-
gen van Prins Frederik Hendrik zynen
zwager veelmaals had bygewoond, en
met zoo grooten aanwas zyner eere dik-
(6) Aitze- wils uytgevoerd, dat hy in (6) Bloeimaand
'es 'aars ze^ienhonderdnegenenveertig
Znoori. door den Koning van Deenemarke met
Iii.deel, de Ridderordre van den Elefant wierdt
s°'"°' beschonken. Sedert eenigen tyd herwaart
had hy zich vry waterzuchtig bevonden,

en tot hertelling zyner gezondheyd naar
't Spaa begeeven; doch ziende in de
tweeëntwintig dagen,die hy met het drinken
der waateren aldaar bezig was , zyne ge-
zondheyd meer af- dan toeneemen, liet
hy zich den zevenentwintigsten (7) van (7) Aitso
Oogstmaand op zeker lusthuys buyten Maa-
stsicht te Peterlchem brengen; alwaar de en oorlog;
koorts, die hy bereyds eenige dagen onder soh^
de leden gehad had,zich dermaate metzwel-
linge des aangezigts en verminderinge der
krachten verhief, dat hy gevoelende zy-
ne quaal de overhand neemen, afscheyd
van zyne Vrouw en Kinderen nam, en
het stervelyke den derden van Herfst-
maand, op 't gemelde huys te Peter-
schem,omtrent ten drie uuren des naamid-
dags asseyde. Aan Hendrik,den oudsten
Zyner twee Zoonen gaoven de Staaten van
Holland , niettegenstaande (8) hen zeer ® ^sot
Onaangenaam was dat de Weduw , van
't overlyden van haaren Gemaal hen 7en80@
kennis geevende, dien als Graaf van Bree- l6"°
deroode getyteld had , zyn Vaders re^
gement voetknechten , en aan den jong-
sten , Wolfert van Breederoode eene (9) Aitz<ri
Ritmecstersplaats. De gedachtenis Van
den Overleeden, die het Vaderland, zoo en °orL
in hooge als mindere bedieningen, over foh^
de veertig jaaren gediend had, wordt op
deezen gedenkpenning bewaard gevon-
den.

II. Deel,

Hiii

Het
 
Annotationen