Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Oudheidkundig jaarboek — 3. Ser. 1.1921

DOI Artikel:
Mededeelingen en korte berichten
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19958#0264
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
244

MEDEDEELINGEN EN KORTE BERICHTEN

geslagen. Filips IV, 1621—1665. Escalin van 1623
te Antwerpen geslagen (2 stuks), Vierde Patagon
te Brussel geslagen.

Vlaanderen. Albertus en Isabella, 1598—
1621. Vierde Patagon (2 stuks).

Doornik. Filips II. 1555—1598. Twintigste
Filipsdaalder.

Luik. Ferdinand van Beieren. 1612—1650.
Daalders van 1613 en 1614, 3 stuks.

Oostenrijk. Ferdinand II. Thaler voor Ca-
rintië. 1620.

Engeland. Elisabeth. 1558—1603. Six Pence.

Spanje. Filips III. 1598—-1621. Twee Realen.

Lotharingen. Charles II. 1545—1608. Teston
van Nancy. 1608.

Oldenburg. Anthon Günther. 1603 — 1667.
Twaalf Groten.

O o st - F r i es 1 a n d. Enno III. 1599—1625.
Stüber en Halve Stüber.

Rostock. Thaler van 1610.

Besleten munten en fragmenten, 40 stuks.

De jongste munt is de Antwerpsche Escalin
van 1623 en het is dus waarschijnlijk, dat de munten,
kort na dat jaar verborgen zijn.

A. O. v. K.

UITVOER VAN KUNSTWERKEN UIT
DUITSCHLAND.

Zooals men weet, is het in Duitschland ver-
boden, zonder toestemming der regeering schilde-
rijen uit te voeren, die zijn opgenomen in de lijst
van kunstwerken, die nationale waarde hebben.

Te Faderborn hebben hiervoor terecht gestaan
de weduwe van Freiherr Wildericht von Ketteler
von Schwarzengraben en de rentmeester Heinrich
Schiefenhövel, beschuldigd, dit jaar gepoogd te
hebben een landschap van Rembrandt, dat op
genoemde lijst voorkomt, zonder toestemming
uitgevoerd te hebben. De beklaagden bekenden,
doch beweerden, dat zij het niet gedaan hadden
om het doek te verkoopen, doch om het in veilig-
heid te brengen en het te laten taxeeren. De
officier eischte tegen Frau Von Ketteler 300,000
mark boete en verbeurdverklaring van het schil-
derij en tegen Schiefenhövel 10,000 mark boete.
Het vonnis luidde tegen Frau Von Ketteler
500,000 mark boete, subsidiair 1 dag hechtenis
voor elke 15 mark, doch in het geheel ten hoogste
één jaar en tegen Schiefenhövel 20,000 mark
boete met dezelfde bijbepaling.

N. Rott. Ct., 2 Nov. 1921.
 
Annotationen