Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Oudheidkundig jaarboek — 3. Ser. 4.1924

DOI Artikel:
Por, Jacob: Muurbeschildering in de Kruisheerenkerk te Maastricht
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.25358#0052

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
40 MUURBESCHILDERING IN DE KRUISHEERENKERK TE MAASTRICHT.

sterkt. Zoo is in dit vlakke werk een variatie van kleur en vorm ontstaan. De bladeren
hebben spitse, gebogene en ronde punten, niet volgens een schema, maar zooals de hand
ze zonder voor te teekenen neerzet. De bovengenoemde hoofdlijnen en de groote bladpartijen
waren schetsmatig voorgeteekend, waarop de beschildering der groene kleur volgde, en op
deze grondkleur teekende de schilder de contourlijnen.

In het eerste vak zijn tusschen de ornamentale versiering opschriften aangegeven.
In het tweede vak een groote bloem. In het derde vak eveneens een groote bloem, terwijl
op den tak een naakt engeltje zit met een trompet. Uit de fragmenten van het vierde vak
blijkt, dat hier twee engelen met lange roode kruisen en een banderol geschilderd waren,
vermoedelijk met het opschrift ,,in dit teeken zult gij overwinnen”. Het groote vak voor
de koorafsluiting was gekozen voor het hoofdmotief, het kruis met het wapen der kruis-
heeren, staande op een segment van de groene aardbol. Daarnaast op een boogvormig
vlak staan twee figuren, aan de eene zijde van het kruis een ridder in lange mantel gehuld,
aan de andere eene vrouw met een puntig ovaal schild uit den tijd der kruistochten. Aan
de nagels in de dwarsbalk van het kruis hangen de geesel en de roede, en op de balk liggen
drie dobbelsteenen.

Naast dit tafereel zijn twee geharnaste borstbeelden met banderollen, om-
geven door een rond gebogen twijg met bladeren. Een dezer borstbeelden met een
harp stelt vermoedelijk Koning David voor. In de zijvakken vinden we nog twee
borstbeelden van monniken met banderollen, waarvan eene onbeschreven is, en

de andere het opschrift ,,Deum Time”,

vrees God, draagt.

De

dateering van dit
schilderwerk schijnt op den
eersten blik gemakkelijk. In het
eerste vak staat in groot gothisch
schrift geschreven „Anno Dom.
1461”. Daarnaast op een ban-
derol „Reparatus est Chorus
hujus” met twee jaartallen uit
het begin der 16e eeuw. Hier-
uit wordt in het algemeen
aangenomen dat de beschilde-
ring van het jaar 1461 is, te-
meer omdat omstreeks dezen
tijd het koor in gebruik genomen
is. Dit is niet geheel juist. Het
schilderwerk vertoont verschil-
lende stijlvormen. Ook bij de
bezichtiging van het eerste vak
wordt het duidelijk dat het uit lateren tijd is. Het opschrift „Reparatus -” staat op
een banderol; hiermede is dus bij de compositie gerekend, voor de banderol moest plaats-
ruimte zijn; deze kon dus niet na de beschildering aangebracht worden. Het opschrift ,,An.

Afb. 1.
 
Annotationen