DOI Artikel:
Kalf, Jan: Wat de Oudheidkundige Bond deed en de Monumentencommissie doet voor het Restaureeren van oude Gebouwen
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.25358#0107
HET RESTAUREEREN VAN OUDE GEBOUWEN.
95
en nieuw gemetseld, op den keper bekijkt, of den zuidwand van de kerk te Zuidland, die
heelemaal nieuw is opgetrokken, de gloednieuwe profielen van de onderste vensters in den
gevel-Schreurs te Venloo, of de versche muurbekleeding en vensterstijlen van de kerk te
Ruinerwold, hij zal er overal metselwerk vinden, dat „leeft", dat door een mensch en
niet door een machine gemaakt
AFB. 3. TOREN TE ZUIDLAND.
Gefotografeerd enkele maanden na de restauratie. De nis met
deur en drielichtsvenster, de plinten en contreforten zijn ge-
heel nieuw. Architect: H. van der Kloot Meijburg.
Zonder cementspuit hadden van torens als die
stukken moeten worden afgebroken, die nu konden behouden blijven.
is, en dat, als over een jaar
of tien de tijd het zijne er aan
gedaan heeft, weêr zoo boeiend
zal zijn als het oude werk, dat
het vervangt.
Al behoeft het nieuwe metsel-
werk niet leelijk te zijn, wij
blijven toch vooral bedacht op
behoud van het oude. Blijkt een
muur inwendig verkankerd,
maar kan zijn buitenwand nog
meê, dan trachten wij hem te
plombeeren. De cementspuit
— door Van Gils, als ik mij
niet bedrieg reeds toegepast
aan den toren te Oorschot —
geeft daartoe het middel. Op
de slechte plek worden de voe-
gen uitgekapt en de steenboor
baant er een weg om de kern
schoon te blazen. Het binnen-
werk wordt dan goed natge-
maakt en, nadat de voegen met
klei zijndichtgezet, onder hoogen
druk volgespoten met vloeibare
cement. Zoodra die verhardt,
wordt de muur een vaste steen-
klomp en kan metnieuwe voegen
de buitenwand gesloten worden,
in Gapinge en Ritthem groote III.
III.
Heel wat grooter moeilijkheden dan baksteen geeft bij het restaureeren de natuur-
steen. Het begint al met de keuze der steensoort. Art. XVIII van onze stellingen verlangt:
,,Als regel gelde, dat bij vernieuwingen in oude vormen dezelfde bouwstof wordt gebruikt, waarin
die oorspronkelijk waren uitgevoerd: dezelfde of zooveel mogelijk overeenkomstige soort bergsteen”
enz. enz.
95
en nieuw gemetseld, op den keper bekijkt, of den zuidwand van de kerk te Zuidland, die
heelemaal nieuw is opgetrokken, de gloednieuwe profielen van de onderste vensters in den
gevel-Schreurs te Venloo, of de versche muurbekleeding en vensterstijlen van de kerk te
Ruinerwold, hij zal er overal metselwerk vinden, dat „leeft", dat door een mensch en
niet door een machine gemaakt
AFB. 3. TOREN TE ZUIDLAND.
Gefotografeerd enkele maanden na de restauratie. De nis met
deur en drielichtsvenster, de plinten en contreforten zijn ge-
heel nieuw. Architect: H. van der Kloot Meijburg.
Zonder cementspuit hadden van torens als die
stukken moeten worden afgebroken, die nu konden behouden blijven.
is, en dat, als over een jaar
of tien de tijd het zijne er aan
gedaan heeft, weêr zoo boeiend
zal zijn als het oude werk, dat
het vervangt.
Al behoeft het nieuwe metsel-
werk niet leelijk te zijn, wij
blijven toch vooral bedacht op
behoud van het oude. Blijkt een
muur inwendig verkankerd,
maar kan zijn buitenwand nog
meê, dan trachten wij hem te
plombeeren. De cementspuit
— door Van Gils, als ik mij
niet bedrieg reeds toegepast
aan den toren te Oorschot —
geeft daartoe het middel. Op
de slechte plek worden de voe-
gen uitgekapt en de steenboor
baant er een weg om de kern
schoon te blazen. Het binnen-
werk wordt dan goed natge-
maakt en, nadat de voegen met
klei zijndichtgezet, onder hoogen
druk volgespoten met vloeibare
cement. Zoodra die verhardt,
wordt de muur een vaste steen-
klomp en kan metnieuwe voegen
de buitenwand gesloten worden,
in Gapinge en Ritthem groote III.
III.
Heel wat grooter moeilijkheden dan baksteen geeft bij het restaureeren de natuur-
steen. Het begint al met de keuze der steensoort. Art. XVIII van onze stellingen verlangt:
,,Als regel gelde, dat bij vernieuwingen in oude vormen dezelfde bouwstof wordt gebruikt, waarin
die oorspronkelijk waren uitgevoerd: dezelfde of zooveel mogelijk overeenkomstige soort bergsteen”
enz. enz.