Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Hoet, Gerard [Editor]; Picart, Bernard [Editor]; Houbraken, Arnold [Editor]
Taferelen Der Voornaamste Geschiedenissen Van Het Oude En Nieuwe Testament, En Andere Boeken, Bij De Heilige Schrift Gevoegt: Door De Vermaarde Kunstenaars Hoet, Houbraken en Picart Getekent, En Van De Beste Meesters In Koper Gesneden, En Met Beschrijvingen Uitgebreid (Band 1) — Den Haag, 1728

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.15341#0228
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
344 HEILIGE TAFEREEL E N.
verhaalt; niet volkomen met de zelve woorden, maar met énige tuiïchcn-
zetting, en van de zelve zin: op dat Israël den Heere zoude vresèn, en zijne
geboden ten allen dagen onderhouden. De Heere, de énige eeuwige en ware
God, de Schepper van hemel en aarde, de God van het verbond met de va-
deren aangegaan, de Wetgever en Spreker, toont in de voorrede, door de
verlossinge uit Egypten, de grond van zijn Godlijk regt, en Israëls pligt; eii
geeft gezag aan zijne geboden. Om dat er geen God is dan Een, wil Hij geen
afgod,die een niet in de wéreld is,met gedagte,meining,agting,ofte daad,voor
zijn overaltegenwoordig en eeuwiglevend aangezigt gedogen. Men moet
geen gebeitelt, geschaaft, gedraait, gegraveert, gesmeed, of gegoten beeld,
nogte gelijkenis maken,van iet dat in den hemel,op de aarde, ofte in het water
is, om daar mede geestelijk te hoereren: want de Heere is God de ijyeraar,
die den hoon in de ouders en in de erfnakomelingen ftraft,en genade schenkt
aan de onderhouders van zijne liefde, de bron der gehoorzaamheid. Die
den Naam des Heeren, en alwaar door de Godheid word verstaan, ijdel,
ligtveerdig, te vergeefs, onnodig, zonder eerbiedigheid, ofte valsch, in den
mond ofte met de hand opheft, zal de wraak des Almagtigen niet ontkomen.
Men heeft den Sabbathdag met heilige rust, gelijk voorhenen is geboden,
voor den Heere God, op Zijn voorbeeld na de scheppinge, te houden: en
kinderen en dienstboden, ook vreemdelingen en beesten, tot geen werk
toe te laten , ter gedagtenifTe van denuittogt uit Egypten door het Godlijk
Alvermogen. Daarna zijn de ouders te éren, en met liefde, eerbiedigheid,
'gehoorzaamheid en hulp, als te overladen, ten einde de beloninge der leng-
te van dagen daar op volge. Voort, geen doodssag te begaan. Het egte-
bed niet te bevlekken. Geen diesstal te plegen. Geen valsch getuigenis te-
gens zijnen naasten (dat elk mensch is) te spreken. En eindelijk word de ge-
dagte, de geduurzaamheid, en de toestemming van de begeerte, omtrent
de vrouw, het huis, den akker, de knegt, de meid, den os, den ezel, en alle
de bezittinge van zijnen naasten, met herhalinge verboden. Waar uit blijkt,
dat de Liefde, dekoninginnederhertstogten, de band der volmaaktheid,
het einde des gebods, de ziel van het geloof, en de vervullinge van de Wet,
'het énigste en het grootste is, dat God van den mensch eischt. Om welke
aangelegentheid Moses tot Israël zeide: Gij zult den Heere uwen God, met
uw gantsche hart, en met uwe gantsche ziel, en uit al uw vermogen lief-
hebben. En deze woorden zullen in uw hart zijn: en gij zult die uwe kinde-
ren inscherpen als gij zit, gaat, legt en staat. En gij zult die op uwe hand, en
tot voorhoofdspanselen tusïchen uwe ogen binden, ende op de posten van
uwe deuren schrij ven. Het geen betekent; datze door gedurige vermaning,
overdenking, en betragting mogten wezen, als diep ingessagen prikkels en
nagels, gegeven van den énigen Herden


-B.J?.

HET
 
Annotationen