t>]6 HEILIGE T AFEREELËR
en hielden met de (linkerhand de tortsen, en met de regter de bazuinen , roe-
pende , het Zwaard des Heeren en van Gideon. En elk stond om het leger
op zijn post. Toen liep al het legervolk deur een, en nam de vlugt al lèhreeu-
wende. En onder het bazuingeklank van de driehonderd, dede de Heere
het zwaard van den énen tegen den anderen alom in het leger keren, en het
leger vlugtte Weg. De Heere God, de alleen Magtige Jacobs, wilde zijn won-
der met driehonderd man uitvoeren. En hij toetste zijn volk, gelijk een stofFe- >
scheider het goud van de ssakken zuivert; en dat door menlchen, wien het ei-
gen is met gessoten lippen een teug te drinken , en die toen ssabden gelijk de
honden j de welke, volgens de Egyptnche tpreekwijs,ter loops,uit vrees voor
den doodmuii der krokedillen, het Nijlwatermet een uitgesteken tong lik-
ken. De gerst van vogtiger en kouder aart dan edeler graan, ruücht door de
hitte van het vuir • en dat brood, ras toe te bereiden, ssingerde als een blixëm
schielijk door het leger henen, omwentelende door de kragt des Almagtigen.
Het brood had overeenkoming met het zwaard; want het Hebreeuwiche
woord Lechem betékent Brood en Oorlog 5 en toonde, dat de Israëliten, die
als brood van de Midianiten waren verssonden, toen hunne zwaarden en be-
temmers zouden wezen. De gerst is geringer dan tarwe en rogge; en daarom
had het opzigt op Gideon,uit het kleinste stamhuis voortgesproten. En denk-
men, hoe de luisterende Held de legertaal verstond! Zeker heel wel door de
Godschikking; en die den Geest des Heeren heeft, verstaat alles. Aldus ge-
harnast trok de verligte Gideon heen, wanneer zijn tortsligt, in het naarste
van de nagt, scheen al het vijandelijke leger te overgapen; en met een zé
van vuir dreigde te overzwalpen. En de bazuinklank, door de geperste lugt
rollende, lloeg hunne harssèns met zulk een onzinnigheid, datze verward,
verbaast, twedragtig, en sprietógende uit den ssaap opschietende, met de
moorddadige dolk in hunne onderlinge ingewanden wroetten; terwijl an-
dere als honden, van een fieren leeuw besprongen, al jankende en huilende
wegvlugtten, en de dalgrond van angst zweette, en de laagte van heillolè
lijken zwol, daar de afgodische bij een gerotte dwingelanden den hemel te-
gen hadden. Met zulk een wonderbare overwinning wierd Gideon van den
Heere God bekroont, om nadenagtneêrlaag der vijanden, als het krijgsligt
van Israël, met zijn gezegent llagzwaard grootdadig op te dagen, en de
Midianiten en hunne aanhangelingen een verder doodsteek te geven.
HET
en hielden met de (linkerhand de tortsen, en met de regter de bazuinen , roe-
pende , het Zwaard des Heeren en van Gideon. En elk stond om het leger
op zijn post. Toen liep al het legervolk deur een, en nam de vlugt al lèhreeu-
wende. En onder het bazuingeklank van de driehonderd, dede de Heere
het zwaard van den énen tegen den anderen alom in het leger keren, en het
leger vlugtte Weg. De Heere God, de alleen Magtige Jacobs, wilde zijn won-
der met driehonderd man uitvoeren. En hij toetste zijn volk, gelijk een stofFe- >
scheider het goud van de ssakken zuivert; en dat door menlchen, wien het ei-
gen is met gessoten lippen een teug te drinken , en die toen ssabden gelijk de
honden j de welke, volgens de Egyptnche tpreekwijs,ter loops,uit vrees voor
den doodmuii der krokedillen, het Nijlwatermet een uitgesteken tong lik-
ken. De gerst van vogtiger en kouder aart dan edeler graan, ruücht door de
hitte van het vuir • en dat brood, ras toe te bereiden, ssingerde als een blixëm
schielijk door het leger henen, omwentelende door de kragt des Almagtigen.
Het brood had overeenkoming met het zwaard; want het Hebreeuwiche
woord Lechem betékent Brood en Oorlog 5 en toonde, dat de Israëliten, die
als brood van de Midianiten waren verssonden, toen hunne zwaarden en be-
temmers zouden wezen. De gerst is geringer dan tarwe en rogge; en daarom
had het opzigt op Gideon,uit het kleinste stamhuis voortgesproten. En denk-
men, hoe de luisterende Held de legertaal verstond! Zeker heel wel door de
Godschikking; en die den Geest des Heeren heeft, verstaat alles. Aldus ge-
harnast trok de verligte Gideon heen, wanneer zijn tortsligt, in het naarste
van de nagt, scheen al het vijandelijke leger te overgapen; en met een zé
van vuir dreigde te overzwalpen. En de bazuinklank, door de geperste lugt
rollende, lloeg hunne harssèns met zulk een onzinnigheid, datze verward,
verbaast, twedragtig, en sprietógende uit den ssaap opschietende, met de
moorddadige dolk in hunne onderlinge ingewanden wroetten; terwijl an-
dere als honden, van een fieren leeuw besprongen, al jankende en huilende
wegvlugtten, en de dalgrond van angst zweette, en de laagte van heillolè
lijken zwol, daar de afgodische bij een gerotte dwingelanden den hemel te-
gen hadden. Met zulk een wonderbare overwinning wierd Gideon van den
Heere God bekroont, om nadenagtneêrlaag der vijanden, als het krijgsligt
van Israël, met zijn gezegent llagzwaard grootdadig op te dagen, en de
Midianiten en hunne aanhangelingen een verder doodsteek te geven.
HET