Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Rogge, Elis M.
De toegepaste kunsten in Nederland: een reeks monografiee͏̈n over hedendaagsche sier - en nijverheidskunst met vele afbeeldingen (14): Naaldkunst, kantwerk en handweven — Rotterdam: W.L. & J. Brusse's Uitgeversmaatschappij, 1923

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.65496#0014
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
NAALDKUNST, KANTWERK EN HANDWEVEN
verlustigen in dartel kleurgespeel, wil geen somberheid in zijn om-
geving, nu ’t maatschappelijk leven meer en meer vertroebelt.
Kleuren doen vroolijk in elk huis, ook in de vrouwenkleeding. Ze
weten op te wekken telkens weer. Maar soms zijn ze tè driest, tè
opdringerig. Dan doen ze onaangenaam aan en hinderen.
Wol werk! Ja zeker ’t is mooi. De wol is zacht en dat teere, mol-
lige waas, dat over een met wol gewerkt werkstuk ligt, geeft een
warm, donzig effect. De aard van het materiaal maakt de kleur-
tegenstellingen mild, de wolvezels zorgen voor een in elkaar vloeien
der tinten. Zelfs harde kleurtonen staan toch nog gedempt naast
elkaar. Het kiezen van tinten is daardoor gemakkelijker dan van
zijde en glansgaren. Goede kunstnaaldwerksters ondervangen het
tè harde, koude van dit laatste materiaal, door telkens wol tusschen
zijde of glansgaren te verwerken.
De tijd ligt achter ons, dat men angstvallig een kostbare stof met
even kostbaar materiaal sierde, dat men de zijde en voorname-
lijk de vloszijde als den eenigen werkdraad beschouwde voor een
fijn werkstuk. Dat was in de dagen toen de naaldkunst nog geen
individueele kunst was, toen ze aan de hand ging van enkele teeke-
naars en zijdefabrikanten, toen er van zijdeborduursels gesproken
werd en de borduurkunst als vakkunst in handen bleef van den
vakman en slechts enkele vakkundige vrouwen. Toen waren bor-
duursels een weelde- een luxe-artikel. Geen minderwaardige werk-
draad mocht de lichtflitsen op zijde, goud en zilver temperen.
Nü staat de naaldkunst op een anderen grondslag. Ze mag om
haar zelfs wille beoefend worden. Ze mag zich uitleven in de han-
den van haar, die haar aanvaardt. Ze mag zich geven in volle
schoonheid als persoonlijke kunst met eigen sfeer, eigen karakter,
als de vrouwelijke sierkunst bij uitnemendheid!
Van af het oogenblik dat het begrip van de verantwoordelijkheid
voor eigen werkpraestatie tot de borduurster doordrong, werden
alle banden der traditie verbroken. Men wilde „vrij” zijn, vrij in ’t
verwerken van materiaal, vrij in ’t kiezen der grondstof, vrij in de
wijze van sieren.
Die vrijheid in opvatting is thans het teekenend kenmerk van de
hedendaagsche naaldkunst in ons onafhankelijk, vrije Nederland.

8
 
Annotationen