Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Tooneel der uitmuntende schilders van Europa, en byzonderlyk van Nederland: zedert de vinding' der olieverw' tot Ao. MDCCL ; bevattende de merkwaardigste Byzonderheeden hunnes Leevensloops, en de Aanwyzinge hunner beste Werken ... ; Verrykt met hunne Afbeeldzels in fraaije Kunstplaaten ; Uit het Fransch vertaald, verbéterd en grootelyks vermeêrderd (Band 1) — S'Gravenhage, 1752

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.22216#0061
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
VERHANDELING, lvij
eener Tékeninge is dat Zout \ geen de ei-
Gedachte des Schilders is, \ geen onze
ii i
Jnbeeldmge aandoet, en ons zyn waar
Merkteken vertoond : alsdan kan men zé-
ker zyn, van de Schoole en van den Naam
des Schilders. Men bootst de Hand na van
een1 ander , zegt den Abt Bubos: maar zy-
nen Geest zal men zo gemaklyk niet naboots-
Jen ; men leerd niet denken als een ander.
De Origineelheid is het derde wézenlyke
Punt, ter Kennisse der Tékeningen. Dee-
ze Origineelheid is niet dikwyls te betoo-
gen. Om te oirdeelen of een Tékening ori-
gineel of Kbpye is, moet ?er Oirdeel, Door-
dringendheid , Fynheid van Geest, een groo-
te Behandeling, en een Kunde van de Grond-
régelen der Kunst wézen , dogh'evenwel in
minder Maate dan voor Schilderyen (i).
Dikwyls kennen de Schilders de Origi
neelheid van eene Tékeninge niet, en be-
kreunen 't zi? ook. weinig. Een verstandig-
Man, vervoerd door de Ichoone Denkbeel-
den welken eene Kopye aanbied, houd ze
voor
(i) Hoewel een opgemaaktSchildery alles zegt,
en gemeenlyk niets overlaat om daarby te voegen; en
dat, integendeel, een gefchetste Téke'ning noodzaakt
daarin na verscheide Zaaken te raaden: zo moet men
toestemmen (dus tékend de Schryver aan), dat een
Schildery, bessuitende in zig meêr Deelen der Schil-
derkunst, ook meêr Weetenschappen vereischt,
tF i

b Wm

1
 
Annotationen