Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#1206
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
H94

Frans Verbeeck

het bestuur en tal van leden der vereeniging naar het leven
zijn afgebeeld. Het gewrocht hangt in ons museum en is
gemerkt: Verbeeck 1713. De kunstenaar was den 2in Februari
1686 in onze hoofdkerk gedoopt. Hij verloor als kind zijnen
vader, Alexander Verbeeck. Zijne moeder, Anna de Goos,
en zijn stiefvader, de kapitein Michiel Mettepenningen,
besteedden hem den 2411 Maart 1701 bij den Antwerpschen
schilder Jan Baptist de Bie. De jongeling zou zich gedurende
vier jaren oefenen, en de ouders moesten daarvoor slechts
papier en krijt leveren. De twee eerste jaren zou echter al wat
de leerling teekende of schilderde voor den meester zijn. Wat
de jonge Verbeeck in de twee laatste jaren zou schilderen
moest gelijkelijk tusschen hem en den meester worden ge-
deeld. Na dien tijd schijnt de leerling zijne kunststudie nog
te hebben voortgezet ; want eerst in 1710 kwam Frans
Verbeeck als vrijschilder bij de Sint Lucasgilde. Den i3n
October 1712 trad hij in den echt met Suzanna Maria
Hustenbout, welke op 16 Mei 1719 overleed, na twee zonen
en eene dochter te hebben gebaard. De weduwenaar her-
trouwde, op 5 Augustus 1719, met Maria Catharina Casteels,
die hem ook twee zonen en twee dochters schonk. Verbeeck,
die als koopman in schilderijen nog al geld won, werd op
17 October 1724, 2 Maart 1730, 19 September 1737 en 19 Juli
1746 tot Deken der Schilders-Kamer verkoren. Hij stierf den
28n Mei 1755.

Eenen anderen volgeling van van den Bossche ontmoeten
wij in Michiel Frans van der Voort, die op 28 April 1714 in
Antwerpens Sint Jacobskerk ten doop werd geheven. De
jongen behoorde tot een kunstenaarsgeslacht, en derhalve
studeerde hij onder de leiding zijner bloedverwanten. Ten
 
Annotationen