DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.24578#0025
NEDERLANDSCH MUSEUM VAN GESCHIEDENIS EN KUNST,
» In het jaar 1883 werd het Nederlandseh Museum naar het nieuwe
gebouw te Amsterdam overgebraeht”.
Deze weinige doch veelbeteekenende woorden zouden voldoende zijn,
om de lotgevallen van het Nederlandseh Museum in 1883 te schetsen ,
zoo ook niet de wijze van overbrenging en de vereeniging met ge-
deelten van het Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden en van voor-
werpen uit de modelzaal van het Departement van Marine de belang-
stelling van Uwe Excellentie verdienden.
Nadat reeds een groot deel der voorwerpen , waaruit het Nederlandseh
Museum bestaat, ingepakt en ter verzending gereed stond , ontving
ik 5 Januari 1883 van Uwer Ëxcellentie’s voorganger de machtiging
tot finale sluiting van het Museum en werd nnj tevens opgedragen ,
een voorstel in te zenden omtrent de wijze van overbrenging, die ik
wenschte te volgen , welk voorstel bij schrijven van 13 Maart 1883
werd goedgekeurd , waarop met den eigenaar van een groot ijzeren
schip een contract voor het vervoer werd gesloten, terwijl de voor-
werpen tijdens het vervoer tegen schade werden geassureerd.
Op 19 Maart 1883 vertrok de eerste lading, uitsluitend bestaande
uit gipsafgietsels en zware steenen voorwerpen , naar Amsterdam, om
voorloopig geborgen te worden op de overdekte Oostelijke Binnenplaats
van het nieuwe gebouw , die volgens de door den heer Architect ge-
geven belofte voldoende veilig afgeschoten zou zijn.
Bij mijne aankomst echter bleek het, dat van die afschutting nog
weinig of niets bestond. Zoo spoedig mogelijk en zoover in mijn
vermogen was, heb ik daarin trachten te voorzien; de afschutting
bleef echter zoo onvoldoende, dat ik voortdurend, zoowel des daags
als des nachts wachters op die binnenplaats heb moeten houden.
Na aankomst der opzichters werd overdag door hen de wracht ge-
houden ; des nachts echter is daarin steeds door huurlingen moeten
voorzien worden.
Ook bij de ontlading der schepen had ik met groote moeilijkheden
te kampen. Het terrein noodzaakte mij op een grooten afstand van
het gebouw te lossen , daarbij kon het zware schip niet dicht den
» In het jaar 1883 werd het Nederlandseh Museum naar het nieuwe
gebouw te Amsterdam overgebraeht”.
Deze weinige doch veelbeteekenende woorden zouden voldoende zijn,
om de lotgevallen van het Nederlandseh Museum in 1883 te schetsen ,
zoo ook niet de wijze van overbrenging en de vereeniging met ge-
deelten van het Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden en van voor-
werpen uit de modelzaal van het Departement van Marine de belang-
stelling van Uwe Excellentie verdienden.
Nadat reeds een groot deel der voorwerpen , waaruit het Nederlandseh
Museum bestaat, ingepakt en ter verzending gereed stond , ontving
ik 5 Januari 1883 van Uwer Ëxcellentie’s voorganger de machtiging
tot finale sluiting van het Museum en werd nnj tevens opgedragen ,
een voorstel in te zenden omtrent de wijze van overbrenging, die ik
wenschte te volgen , welk voorstel bij schrijven van 13 Maart 1883
werd goedgekeurd , waarop met den eigenaar van een groot ijzeren
schip een contract voor het vervoer werd gesloten, terwijl de voor-
werpen tijdens het vervoer tegen schade werden geassureerd.
Op 19 Maart 1883 vertrok de eerste lading, uitsluitend bestaande
uit gipsafgietsels en zware steenen voorwerpen , naar Amsterdam, om
voorloopig geborgen te worden op de overdekte Oostelijke Binnenplaats
van het nieuwe gebouw , die volgens de door den heer Architect ge-
geven belofte voldoende veilig afgeschoten zou zijn.
Bij mijne aankomst echter bleek het, dat van die afschutting nog
weinig of niets bestond. Zoo spoedig mogelijk en zoover in mijn
vermogen was, heb ik daarin trachten te voorzien; de afschutting
bleef echter zoo onvoldoende, dat ik voortdurend, zoowel des daags
als des nachts wachters op die binnenplaats heb moeten houden.
Na aankomst der opzichters werd overdag door hen de wracht ge-
houden ; des nachts echter is daarin steeds door huurlingen moeten
voorzien worden.
Ook bij de ontlading der schepen had ik met groote moeilijkheden
te kampen. Het terrein noodzaakte mij op een grooten afstand van
het gebouw te lossen , daarbij kon het zware schip niet dicht den