Weyerman, Jacob Campo: De Levens-Beschryvingen der Nederlandsche Konst-Schilders en Konst-Schilderessen: met een uytbreyding over de Schilder-Konst der ouden (Band 1) (s'Gravenhage, 1729)

O P 13 R A G r,
de hy insgeiijks hct portret dcr aioude Schiiderkonitj
zonder weik konit-stuk wy te vergeefs na deszeiik oor-
ipronk en giorie zouden hebben getaait in den tern-
pei van 't gebeugen.
De ScbiMerkonst, DOORLUCHTE VoRST, ver-
zacbt de zccden der aiderwoeste Natien, waar van
wy cen ongemeen voorbeeit bebben beieeft in dc
voorige en in dc tcgcnwoordige ceuwen in den Key-
zcr van Groot-Rusiant, die zicb nict aiieeniijk dede
konterbjten in Engeiant door den Ridder Godfried.
K^reiier , en in Nederiant door den Cbevaiicr Ka-
rei de Moor, maar die van sgeiijken aiierbande
Kondicbddcrycn iict opzockcn, om daar mede zijne
Keyzeriijke Paieyzen en andere heeriijke Gedichtcn
op tc pronken. Nooit zai dcn Naneef de onge-
mecne zucbt vanLodcwijkdcn Veertiendc, Koning
van Vrankrijk, voor de Vrye Konidcn vergceten ,
ccn Vorif dic aiieeniijk icbeen geicbapen te zijn om
de KonEen in dcn hoogden top te voeren, en om
aiie de beiaamdc beieyders der Scbiiderkond;, Bouw-
kunde en Beeidbouwing gciukkig te maaken, en te
verrijken. Den groote Meceen van Francois Dou-
ven, en van Adriaan vander Werf, zai nooit dc
gedachtenis der nocb ieevcnde of der toekomende
Konibicbiiders onticbieten. Dic koniilievende Kcur-
vorif