Weyerman, Jacob Campo: De Levens-Beschryvingen der Nederlandsche Konst-Schilders en Konst-Schilderessen: met een uytbreyding over de Schilder-Konst der ouden (Band 1) (s'Gravenhage, 1729)

NODICH VOORBERICHT
A A N
D E N L E Z E R.

Tmits ondervonden is dat door het qualyk
aanwyzen en piaatfen van de Portretten in
yr/M/Jfry ^ ^f<?%/<y?/7j/^7'f//s7? door
/%7%%?7?%<?% uytgegeven, een groote wanschik-.
kelykheid en disordre is veroorzaakt, en wel zodanigh
dat het de Leezers van dat boek byna onmoogeiyk was te
weeten wat perzoon het Po< tret afbeelde waar op hun
oogh geslaagen was. Hebben wy dienifigh geacht om in
dit ons werk niet in dezelve diiordres te vervahen, den
Leezervoor af te verzoeken ,inhet nailaan van de afbeeld-
iels der Konitschiiders en KonstschiidereRen, niet zo zeer *
te ietten op de Letters of andere teekenen, waar meede
hier en daar in het werk ieifs gezecht wort dat de Konit-
piaten geteekentzyn,alswel opdeNommers dieby yderder
gedachte Portretten zyn geitelt. Zullende den Leezer dus
met behulp van hct Regiiter of Bladwyzer/tgeen wy voor
yder der Boekdeelen plaatien , niet alleen met het eerite
opilagh van het oogh kunnen zien ,Avat Perzoonen de Por-
tretten afbeelden,maar ook op wat plaatzenof biadzydens
hun Ieeven wort verhandelt. Wy vermeinen hier door
alle onzeekerheeden en duyiterheeden wechgenoomen,
en dus den Leozer hier inne geen ondienit gedaan te heb-
ben.


T.ZW/


Blad.