DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.26569#0029
DElNLEYDING. 7
Ls<37Mr<s'o ^ (zegt hy) trok na Vrankrijk, al-
*waar hy uyt der maate vriendelijk wiert ontfangen van
den Koning, die eenige van zijn werken had, en onder
anderen de karton van Sinte Anna, dewelke hy gaarn
wilde opgelchddert zien in koleuren. Z<?<77?^r</<7 vol-
gens zijn gewoonte hield den Koning op den tuyl met
een praatje, en met groote beloften, tot dat hy tenlaat-
Aen krank wiert , en na eenige maanden gequijnt te
hebben, de Dood voelende naderen verzocht hy om on-
derweezen te worden in depligten van eengoedKriAen.
Dat gedaan zijnde betuygde hy een diep leedweezen te
gevoelen voorzijnvoorgaandezonden, enhybegeerdeop
te reyzen uyt zijn bed om het laatRe Nachtmaal te ont-
fangen , in welke pooging den Koning, die hem dik-
maals kwam bezoeken , intrat. Den goede
spande daar op alle zijn krachsen in om zijn eerbiedig-
heyt te bewijzen aan dien Vorit , en hy viel in een
Raauwte , den voorlooper des Doods. Den Koning
schoot toe en hield zijn hoofd, wijl hy den geelt gafin
de armen van dien groote Prins, ais de gevoeglijkAe
plaats en tijd om zo een goddelijke ziel als hy bezat
over te geeven.
Den Keyzer /^??r#/ </<?% was zodanig ingeno-
men met dat^er zijn Hovelingen jaloers van
wierden die hy genas met deeze woorden , sDg* cc-
?/?# ?^ ????7? Titiaan ^7/7? w<?/^s/?##/, ?/e-
?/ 777<?y T7f7"75^#7*/ ^7/77 7# ^^7/7<?7?
w<7#r <s//<?<?r , 7/^r 7<^ wr.x<?Z:(??^ &/? v<%7? , </?'??
^7"?7?7g<?7" g!7// T7?Z77 7777/7? ?l?7'/7?)'7? , <%/s tW? 777?/7?
y^7y^<7%. AIs die Keyzer aan ??7M?777 eenige gesclienken
zond, datdikmaalsenrijkelijkgeschiede, vergezellchap-
te hy die altoos met deeze of diergelijke woorden,
<S7/% W##%77^ 777#/ #777 <^#777 &.S7" 7%s& /# ^7?7^A7?
Ls<37Mr<s'o ^ (zegt hy) trok na Vrankrijk, al-
*waar hy uyt der maate vriendelijk wiert ontfangen van
den Koning, die eenige van zijn werken had, en onder
anderen de karton van Sinte Anna, dewelke hy gaarn
wilde opgelchddert zien in koleuren. Z<?<77?^r</<7 vol-
gens zijn gewoonte hield den Koning op den tuyl met
een praatje, en met groote beloften, tot dat hy tenlaat-
Aen krank wiert , en na eenige maanden gequijnt te
hebben, de Dood voelende naderen verzocht hy om on-
derweezen te worden in depligten van eengoedKriAen.
Dat gedaan zijnde betuygde hy een diep leedweezen te
gevoelen voorzijnvoorgaandezonden, enhybegeerdeop
te reyzen uyt zijn bed om het laatRe Nachtmaal te ont-
fangen , in welke pooging den Koning, die hem dik-
maals kwam bezoeken , intrat. Den goede
spande daar op alle zijn krachsen in om zijn eerbiedig-
heyt te bewijzen aan dien Vorit , en hy viel in een
Raauwte , den voorlooper des Doods. Den Koning
schoot toe en hield zijn hoofd, wijl hy den geelt gafin
de armen van dien groote Prins, ais de gevoeglijkAe
plaats en tijd om zo een goddelijke ziel als hy bezat
over te geeven.
Den Keyzer /^??r#/ </<?% was zodanig ingeno-
men met dat^er zijn Hovelingen jaloers van
wierden die hy genas met deeze woorden , sDg* cc-
?/?# ?^ ????7? Titiaan ^7/7? w<?/^s/?##/, ?/e-
?/ 777<?y T7f7"75^#7*/ ^7/77 7# ^^7/7<?7?
w<7#r <s//<?<?r , 7/^r 7<^ wr.x<?Z:(??^ &/? v<%7? , </?'??
^7"?7?7g<?7" g!7// T7?Z77 7777/7? ?l?7'/7?)'7? , <%/s tW? 777?/7?
y^7y^<7%. AIs die Keyzer aan ??7M?777 eenige gesclienken
zond, datdikmaalsenrijkelijkgeschiede, vergezellchap-
te hy die altoos met deeze of diergelijke woorden,
<S7/% W##%77^ 777#/ #777 <^#777 &.S7" 7%s& /# ^7?7^A7?