DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.26569#0057
DER O U D D E N. 3?
ten, dat nièmant had beproefc te doen voor hem; hy
wees de Aders aan en de Muskelen, en gaf aan de Dra*
peryen natuurlijkePlooien, en lichte Vouwingen. Wat
den Broeder van beiangt , wiens Eeuw
beter is bekent, een yder weet, dat behalven het Schiid
van Minerva dat hy inwendig bemaaide, hy noch daaren-
boven die beruchte (<%) Bataiïte der Athenieniers tegens
de Persen ichdderde , genaamt den slag van (^) Mara-
thon, en de konit moet ai vry ver geavanceert geweeit
zijn in die tijden, dewiji men op dat konitituk de voi-
maakte Geiykeniiten en de voornaamite Kapiteynen der
beyder tegers kon onderscheyden en kennen, die teriee-
vensgroote waaren afgebeeit op dat Tafereei, geiijk ais
een (r) Miitiades, een (^s) Caiiimachus, (e) een Cynegi-
rus van de kant der Grieken ; geiijk ais een Datis en
een (/'j Artaphernes, van de zy der Barbaaren.
E z Dat
(<z) Dat Stuk was geschildert, of toegeheyligt aan een Portaal te Athe-
nen, dat meteengroote Vericheydenheyt vanZeidzaamhedenwasverrijkt,
genaamt, no<x<7<)]. y. go6
(^) Marathon, thansgenaamt voigens ofMa-
raïon, volgens eenige andere Schryvers , was een kieyn Steedje in het
Gebied van Dat Piaatsje is de geheeie Weerelt over berucht ge-
worden door deOverwinningdeweiketienduyzent Atheniensers, aan-
gevoert door Miitiades, bevochten op het Leger der Persen, besfaande
uyt vyf maai hondert duyzent Mannen.
(r) Miitiades voerde het bevel in die BataiHe, \yaar in Themistocles,
toen noch een Jongeiing, zieh dapper droeg.
M Een der Atheensche Krygsoverstens, die geiijk als Miitiades stem-
de om den Slag te waagen , en die doorschooten met onteibaare pysen,
gevonden wiett staande recht over ent. Zie
(e) Een ander Atheens Generaai, wiens Handen wierdenafgehonwen,
onderwijl dat hy een Perhaans schip vasthielt, en zich tot er dood toe
met het hoofd en met de tanden verweerde ais een wiid dier. Zie,%/?. ///-. 2.
(ƒ) De twee KrygsoverAen of Admiraaien van Darius , die het bevei
hadden over de Vloot en over het Leger tegens de Atheniensers. Zie
Ccr, -Myw. . ,
ten, dat nièmant had beproefc te doen voor hem; hy
wees de Aders aan en de Muskelen, en gaf aan de Dra*
peryen natuurlijkePlooien, en lichte Vouwingen. Wat
den Broeder van beiangt , wiens Eeuw
beter is bekent, een yder weet, dat behalven het Schiid
van Minerva dat hy inwendig bemaaide, hy noch daaren-
boven die beruchte (<%) Bataiïte der Athenieniers tegens
de Persen ichdderde , genaamt den slag van (^) Mara-
thon, en de konit moet ai vry ver geavanceert geweeit
zijn in die tijden, dewiji men op dat konitituk de voi-
maakte Geiykeniiten en de voornaamite Kapiteynen der
beyder tegers kon onderscheyden en kennen, die teriee-
vensgroote waaren afgebeeit op dat Tafereei, geiijk ais
een (r) Miitiades, een (^s) Caiiimachus, (e) een Cynegi-
rus van de kant der Grieken ; geiijk ais een Datis en
een (/'j Artaphernes, van de zy der Barbaaren.
E z Dat
(<z) Dat Stuk was geschildert, of toegeheyligt aan een Portaal te Athe-
nen, dat meteengroote Vericheydenheyt vanZeidzaamhedenwasverrijkt,
genaamt, no<x<7<)]. y. go6
(^) Marathon, thansgenaamt voigens ofMa-
raïon, volgens eenige andere Schryvers , was een kieyn Steedje in het
Gebied van Dat Piaatsje is de geheeie Weerelt over berucht ge-
worden door deOverwinningdeweiketienduyzent Atheniensers, aan-
gevoert door Miitiades, bevochten op het Leger der Persen, besfaande
uyt vyf maai hondert duyzent Mannen.
(r) Miitiades voerde het bevel in die BataiHe, \yaar in Themistocles,
toen noch een Jongeiing, zieh dapper droeg.
M Een der Atheensche Krygsoverstens, die geiijk als Miitiades stem-
de om den Slag te waagen , en die doorschooten met onteibaare pysen,
gevonden wiett staande recht over ent. Zie
(e) Een ander Atheens Generaai, wiens Handen wierdenafgehonwen,
onderwijl dat hy een Perhaans schip vasthielt, en zich tot er dood toe
met het hoofd en met de tanden verweerde ais een wiid dier. Zie,%/?. ///-. 2.
(ƒ) De twee KrygsoverAen of Admiraaien van Darius , die het bevei
hadden over de Vloot en over het Leger tegens de Atheniensers. Zie
Ccr, -Myw. . ,