4*2, de SCHILDERKONTS
vvreeven ein afgedroogt te zijn by de gediensïige Sasters
«a zijn zweetverwekkende oefening, waar door hy buy-
ten staat geraakte van zich langer te konnen verlêdi-
gen in het stichten van zijn gemangelde Kudde. Na
het herhaalt gebruyk van mijn pynstillende pleyster
wiert hy zo krachtiglijk herstelt, dat hy Vzedert zijn
voorig beroep heeft afgeichooven , en thans de jeugd
onderwijst in den Tashaak en in de Floret, hebben-
de zijn Sluypvergadering hervormt in een Scherm-
school.
Guillïam Bamboes , een Weever van geschilderde
Prinssenvlaggen , was zo blind tot aan en boven zijn ses
en veertigste jaar, dat hy de aldergeringste Rekeningen
van zijn SchuldeyssTchers niet kon leezen, daar hy thans
door het gebruyk van mijne Ophthalmieke droppelen de
Schuldbriefjes fraaitjes begint te spellen. Van die mira-
keleuze geneezing heb ik een Certifikatie, getêkent by
den Pastoor van zijn Parochie, en laager stont, Alexan«*
der Baurenfchindcr , Scholtus van die Halsheerlijkheyt.
Wat zegje nu, Kruydbereyder van het Doode Meer^ is
de zinspreuk van Geertje Olifants niet onwederspreeke-
lijk daar zy zegc ? Een Konings kroongeneeftgeenGeraakt-
heyt, of een ftuweele Bantojfei ^een Baujfelyke jicht, ntaar
den sVondarts kureert die beyden.
Aldaar zweeg den Wondarts wiens lippen met geen
spinrag waaren bezet , waar op den Borgermeester dier
Heyknappers betuygde , zo vergenoegt te zijn over dat
wederzijds pleydooi, dat hy dreygde van den Apothee-
ker te zullen begenadigen met een Schepens ampt, eni
den Barbier te zullen verrijken met een jaarlijks pensioen
van Vuchtsche Raapen voor zijn Kinders* envan grceng
Eykels voor zijn Verkens».
vvreeven ein afgedroogt te zijn by de gediensïige Sasters
«a zijn zweetverwekkende oefening, waar door hy buy-
ten staat geraakte van zich langer te konnen verlêdi-
gen in het stichten van zijn gemangelde Kudde. Na
het herhaalt gebruyk van mijn pynstillende pleyster
wiert hy zo krachtiglijk herstelt, dat hy Vzedert zijn
voorig beroep heeft afgeichooven , en thans de jeugd
onderwijst in den Tashaak en in de Floret, hebben-
de zijn Sluypvergadering hervormt in een Scherm-
school.
Guillïam Bamboes , een Weever van geschilderde
Prinssenvlaggen , was zo blind tot aan en boven zijn ses
en veertigste jaar, dat hy de aldergeringste Rekeningen
van zijn SchuldeyssTchers niet kon leezen, daar hy thans
door het gebruyk van mijne Ophthalmieke droppelen de
Schuldbriefjes fraaitjes begint te spellen. Van die mira-
keleuze geneezing heb ik een Certifikatie, getêkent by
den Pastoor van zijn Parochie, en laager stont, Alexan«*
der Baurenfchindcr , Scholtus van die Halsheerlijkheyt.
Wat zegje nu, Kruydbereyder van het Doode Meer^ is
de zinspreuk van Geertje Olifants niet onwederspreeke-
lijk daar zy zegc ? Een Konings kroongeneeftgeenGeraakt-
heyt, of een ftuweele Bantojfei ^een Baujfelyke jicht, ntaar
den sVondarts kureert die beyden.
Aldaar zweeg den Wondarts wiens lippen met geen
spinrag waaren bezet , waar op den Borgermeester dier
Heyknappers betuygde , zo vergenoegt te zijn over dat
wederzijds pleydooi, dat hy dreygde van den Apothee-
ker te zullen begenadigen met een Schepens ampt, eni
den Barbier te zullen verrijken met een jaarlijks pensioen
van Vuchtsche Raapen voor zijn Kinders* envan grceng
Eykels voor zijn Verkens».