der NEDERLANDERS. 4,43
Maar thans vereyfcht ’t verhaal de Krygstrompet te
fteeken ,
Fochier het is uw beurt > die trots en onbezweeken j
T)oor 7t hongrïg nootloot eerft van dien vevrydem
strant
Gevlugt j manmoedig hier uw krygstrofeen stlant;
En die door ’s Kofters wrok tot tegenweer gedrongen,
T)en ftïchter van *t krakkeel tot ftilftant hebt gedwongeni
Gants onverwacht viel den Koster aan ’t tieren als of
een winterwolf hem by den ekklesiastieken kraag had ge-
vat , en den Schilder viel aan het brommen als een Lyf-
landsche beer die uytgetoogen op den honingbuyt, on*»
gelukkiglijk is vervallen onder een troep vergrimde hom®.
'melbieni
* En dat gewelt op ’t voorzienft
Sproot uyt den Godendienft.
Den Schilder had in vertrouwendheyt tegens dien Spreeu-
wenkoster gezegt, dat den tegenwoordigen Paus van
Romen een goed ssag van een Man was, die waarschyn-
lijk t’avond ofte morgen gekannoniseert stont te worden^
een Loftuyging die den Koster beandwoorde door het
looghenent argumentvan een keulsche Pint, niet dewel-
ke hy den dronken Schilder zo een wanschapen benedik-
tie gas, dat die onder de bierbank stoof, met een goed
voornemen om aldaar na een Contra-arguraent te zoe-
ken j toen den vergrimden Ecclefta Cuftos hem te dier
kkk i plaatse
* Tmtum reltgio potuit suadere mahrum.
Lucret♦ lib, srimo’
Maar thans vereyfcht ’t verhaal de Krygstrompet te
fteeken ,
Fochier het is uw beurt > die trots en onbezweeken j
T)oor 7t hongrïg nootloot eerft van dien vevrydem
strant
Gevlugt j manmoedig hier uw krygstrofeen stlant;
En die door ’s Kofters wrok tot tegenweer gedrongen,
T)en ftïchter van *t krakkeel tot ftilftant hebt gedwongeni
Gants onverwacht viel den Koster aan ’t tieren als of
een winterwolf hem by den ekklesiastieken kraag had ge-
vat , en den Schilder viel aan het brommen als een Lyf-
landsche beer die uytgetoogen op den honingbuyt, on*»
gelukkiglijk is vervallen onder een troep vergrimde hom®.
'melbieni
* En dat gewelt op ’t voorzienft
Sproot uyt den Godendienft.
Den Schilder had in vertrouwendheyt tegens dien Spreeu-
wenkoster gezegt, dat den tegenwoordigen Paus van
Romen een goed ssag van een Man was, die waarschyn-
lijk t’avond ofte morgen gekannoniseert stont te worden^
een Loftuyging die den Koster beandwoorde door het
looghenent argumentvan een keulsche Pint, niet dewel-
ke hy den dronken Schilder zo een wanschapen benedik-
tie gas, dat die onder de bierbank stoof, met een goed
voornemen om aldaar na een Contra-arguraent te zoe-
ken j toen den vergrimden Ecclefta Cuftos hem te dier
kkk i plaatse
* Tmtum reltgio potuit suadere mahrum.
Lucret♦ lib, srimo’