Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 3.1901-1902

DOI issue:
Nr. 3
DOI article:
Martin, Wilhelm: Tentoonstelling te Alkmaar
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17409#0140
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
132

van de beteekenis door de onvolledigheid niet meer is uit te maken.
Mr. B. van der Feen Lille bezit behalve deze stukken nog drie
opmerkelijke portretten door Maes (nos. 23a, b en h), uit zijn laten
tijd, welke eveneens dringend herstel vereischen. Zij stellen volgens
den catalogus voor: Daniël de Dieu, Anna Catharina van Alteren
van Jaarsveld en Karei Six. Den naam van den mij onbekenden
schilder geeft de catalogus niet op. Ook schijnt de schilder van het
mooie, goed bewaarde kinderportret, een meisje in het wit, ten voeten
uit, niet bekend te zijn. Het is een zeer aantrekkelijk schilderij in
den trant van Jacob Gerritsz. Cujyp, maar stellig niet van diens hand.
Nos. 23c en d zijn oude copieën naar familieportretten uit de I7e
eeuw, die door van der Helst of een schilder, welke in diens trant
werkte, waren geschilderd.

Belangrijk zijn de beide portretten, toebehoorende aan Mevr.
de Wed. Mr. D. F. van Leeuwen. Zij zijn van dezelfde hand en
blijkens de handteekening op het vrouwenportret, door Jan de Baen
geschilderd. In den catalogus is de schilder niet opgegeven. Beide por-
tretten zijn eenvoudig van kleur, zwart en bruin hoofdzakelijk.
Zij hebben nog al geleden door overschildering en slechte conser-
vatie, vooral het mansportret. De voorgestelden zijn Johannes
Vollenhove, hofprediker van Prins Willem III, en een van diens
beide vrouwen, waarschijnlijk de eerste, Gesina Hake.

Landschap, genre en stilleven waren ook vrij goed vertegen-
woordigd. Drie aardige, in hun soort goede schilderijtjes van Claes
van der Heek, gezichten op Egmond aan den Hoef, Egmond Binnen en
Egmond aan Zee, schrijft de catalogus abusievelijk aan Pieter Molijft
en Marten H. van Heek toe (nos. 19a, b en c ; eigenaar A. Veen-
huisen Az.). Het laatste is voluit links beneden gemerkt en al was
dit niet het geval, dan zou een vergelijking met de stukken van dien
meester in het museum te Alkmaar en het Rijksmuseum toch onmid-
dellijk bewijzen, dat hij de schilder er van is. Een ander landschapje,
aan Pk. Wouwerman toegeschreven, (n°. 54a) is een zwakke oude,
copie naar een schilderij van Kool, in het bezit van den Heer
Bredius.

N°. 22a is een zeer mooi stilleven van van Beijeren geweest,
uit zijn lateren tijd, misschien wel uit de dagen toen hij in Alkmaar
vertoefde. Het is eenigszins vlug geschilderd, los van compositie,
frisch van kleur. Maar het is door een dikke vuile vernislaag na-
genoeg onkenbaar geworden ').

N°. 54d, een eigenaardig stilleven, resten van een ontbijt, in een

1) Sedert ik het bovenstaande schreef, heeft dit schilderij een restauratie ondergaan
waardoor het er weer behoorlijk uit is gaan zien. Het blijkt een zeer fraai en krachtig stuk
te zijn. Hierdoor kwam ook links beneden de handteekening A. V. B. (aaneen) voor den dag:
 
Annotationen