Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 4.1911

DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:
Weissman, Adriaan Willem: De engelsche bloedverwanten van Hendrik de Keyser
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0076
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
ziet men de wapens der overledenen, aan de zijkanten vonden de opschriften hun plaats.
Groote overeenkomst met deze tombe heeft die van Lionel Cranfield en zijn vrouw, in
de nabijgelegen kapel van St. Benedict, die daarom ook aan Stone wordt toegeschreven.
In deze werken is alleen nog hier en daar een detail, dat aan De Keyser herinnert,
bijvoorbeeld de kussens, waarop Lady Villiers en Lady Cranfield rusten. Na twintig jaar
had Stone een geheel andere wijze van werken gekregen. Vlaamsche invloed, misschien
omdat de helpers Vlamingen waren, doet zich nu gelden. Men vindt althans in de kerk

te Hoogstraten in Vlaanderen een
tombe, die in menig opzicht aan deze
latere werken van Stone doet denken.

Wanneer wij de lijst der werken,
zooals de meester zelf die geeft, nagaan,
dan zien wij, dat ze te talrijk zijn, dan
dat hij zelf ze allen kan hebben uitge-
voerd. Evenals Rubens en Van Dijck
zal ook Stone wel het meest aan helpers
hebben moeten overlaten, die van zeer
uiteenloopende bekwaamheid waren.
Slechts enkele malen is echter in de
aanteekeningen van helpers sprake, en
dan is het nog ónmogelijk, na te gaan,
wat zij aan een werk gedaan hebben.

Om ons van Stone’s talent een juist
beeld te geven kunnen slechts zijn
vroege werken dienen. Daaronder ver-
dient vooral opgemerkt te worden de
tombe voor Lady Elizabeth Carey in
de kerk te Stow in Northants, die van
1617 dagteekent. Hier is de architectuur
nog eenvoudig, daar de tombe door
pilasters in vakken is verdeeld, welke
cartouches, zooals De Keyser ze placht
te maken, bevatten. Kleinere cartouches, met wapens, zijn ook op de pilasters aange-
bracht. Het beeld van de overledene werd reeds door een tijdgenoot van Stone als zijn
beste werk geroemd, en verdient zeker dien lol. De houding van het liggende beeld is
zeer natuurlijk, de details zijn met groot meesterschap bewerkt en den leerling van
Hendrik de Keyser wel waardig.

Twintig jaar later was Stone tot een heel wat lager peil gedaald. Dit toont het
grafteeken voor Sir Edward Coke, Lord Chief Justice, in de kerk te Tittleshall, Norfolk,
hetwelk van 1637 is. De ordonnantie van het geheel doet denken aan de poort van het

64
 
Annotationen