Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:
Martin, Wilhelm: 'S Rijks aanwinsten uit de verzameling Steengracht
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0025

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
tweede plaats omdat zij niet binnen mijn bereik zijn en dus thans van eenige beschrijving
en bestudeering in loco geen sprake kan wezen.

De Jan Steen, de grootste Jan Steen »in the world”, zooals de Amerikaansche
toeristen wel zullen gaan zeggen, trekt door zijn omvang en magistrale opvatting het eerst
de aandacht. Het doek, 134 bij 163 c.M., links op den muur de naamteekening van den
schilder vertoonend, is allereerst verbluffend wat betreft het meesterschap in de compositie
der rechts brutaal afgesneden, links fraai ontplooide groep. Bovendien is deze schilderij
een van die stukken, die door de rijpheid van toon en de weloverwogen groepeering der
kleurwaarden een picturalen rijkdom bezitten, die steeds opnieuw en telkens weer door
iets anders boeit. De kruik op den voorgrond is al even verrukkelijk van schildering als
de rok van Steen’s vrouw of de witte muur op den achtergrond. Uit de af beelding blijkt
duidelijk, hoe meesterlijk de karakteriseering der koppen is: links Jan Steen’s vrouw,
daarachter zijn vader (?) als kraamheer, daarnaast een vrouw met een heel groote baby
op den schoot en rechts een oude tandelooze vrouw, die van een papier de woorden
opleest: »Soo voer gesongen soo na gepepen dat is al lang gebleken ick sing u voor so
volcht ons naer van een tot hondert jaer.” Achter haar Jan Steen zelf, die een zijner
kinders aan zijn pijp laat trekken. Verder nog een doedelzakspeler en eene klein meisje.
Boven alles uit de gracieuse gestalte van den schenker. De groep is prachtig vrij gehouden
van den muur. Ook de stofuitdrukking is voortreffelijk. Kortom, de eigenschappen van
deze schilderij zijn zoo voortreffelijk, dat zij zonder eenige tegenspraak gezegd kan worden
tot het allerbeste te behooren, wat onze zeventiend’eeuwsche schilderkunst heeft voort-
gebracht. En, wil men de vier of vijf beste werken van Jan Steen opsommen, dan zal
men, zonder twijfel, dezen een van de eerste noemen.

Hetzelfde geldt van »de Moederlijke Zorgen” van ter Borch. Het is niet wel
mogelijk om in eenige woorden een karakteristiek te geven van kabinetstukjes als dit,
waar stemmigheid van kamer-atmosfeer zich paart aan onovertroffen physionomie-weergave
en geraffineerde groepeering van kleuren in toonen. Het is een Brekelenkamsch, ik zou
haast willen zeggen een Leidsch onderwerp, maar het is van een teerheid van opvatting,
die aan Pieter de Hooch’s vroege werk doet denken. Technisch is het ’t werk van een
fijnschilder in de hoogste beteekenis van het woord: de liefde van het detail en voor
het leven der dingen is schier even groot als die voor de figuren en de actie, maar aan
het detail is nergens iets geofferd. Het is niet noodig, te wijzen op de gelaatsuitdrukkingen,
de vingerbewegingen der moeder, de wijze van achteroverleunen en vasthouden van den
appel, de meesterlijke weergave van het oog van het meisje. Het is een geluk, dat dit
schilderij, als vergoeding voor het gemis van den Metsu, Rijkseigendom is geworden. Het
staat sinds jaren als een der meesterwerken van ter Borch bekend. Het paneel meet
33 X 29 c.M. en is op den arm van den stoel gemerkt met ter Borch’s monogram.

Job Berckheyde’s Grachtje is daarom van ouds zoo geliefd, omdat het het intieme
van de smalle grachtjes onzer stille steden zoo goed weergeeft. Zeer terecht merkte
Jhr. Teding v. Berkhout in den catalogus der Steengracht-aankoopen-tentoonstelling van de

12
 
Annotationen