Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:
Pluym, Willem van der: De Geertekerk te Utrecht
DOI Artikel:
Haslinghuis, Edward Johannes: De Ned. Herv. Kerk te Maasland
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0077

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
aan de Hervormden overgaan en na dien tijd nog enkele ondergeschikte bijbouwen krijgen.

Al moge deze Geertekerk, noch uit een geschiedkundig-, noch uit een architec-
tonisch oogpunt een groote waarde bieden, toch kan ze wellicht enkele gegevens ver-
strekken, welke, zij het dan ook van geringe beteekenis, toch eenige waarde kunnen
hebben voor de geschiedenis der Nederlandsche bouwkunst, meer in ’t bijzonder voor
Utrecht en wel dat hier omstreeks 1259 voor komt:

1°. baksteenbouw (formaat baksteen gemiddeld 0.31X0.14X0.07 M.);

2°. de spitsboog;

3°. het veelhoekige koor bij kleinen kerkbouw.

WILLEM VAN DER PLUYM.

DE NED. HERV. KERK TE MAASLAND.

Wie over het bruggetje dat den ouden »quakel” vervangt, binnen den kerkring
van Maasland komt, maakt dadelijk de opmerking dat het oude kerkgebouw met zijn
toren, schip en choor en met zijn aangebouwden noordbeuk voor dit Westlandsche
dorpje onevenredig groot is. Ook al weet hij, dat Maasland reeds vóór de Hervorming
een zeer welvarend dorp was, het blijft hem bevreemden, dat hier de behoefte kon
bestaan aan een zoo ruim choor niet alleen, maar ook aan een zijbeuk met eigen choor.
Het nader bezien van een enkele grafzerk en een gebrandschilderd choorvenster, kan
hem dan op de gissing brengen, dat het haar betrekking tot de Duitsche Orde geweest
is, waaraan de kerk deze grootte te danken heeft. Of die gissing goed is? Een feit is,
dat, juist in den tijd toen de kerk haar tegenwoordigen omvang kreeg, de kommanderij
haar bloeitijd achter den rug had.

De betrekking tot de Duitsche heeren dagteekent uit het midden der 13de eeuw.

Maasland, dat in de oudste tijden kerkelijk onder Vlaardingen behoord zal hebben :),
was reeds in het begin dier eeuw een belangrijke parochie. De parochianen woonden
hier verspreid over een zoo uitgebreid gebied, dat zij, om zich den verren kerkgang te
besparen, verlof vroegen tot het oprichten van kapellen. Zoo vernemen wij uit het
antwoord, dat bisschop Otto van Utrecht in 1245 aan een aantal geloovigen zond, dat
zij toestemming hadden gevraagd een kapel te stichten ergens ten noordwesten van het tegen-
woordige Maasland. De bisschop vergunt daarbij aan degenen die wonen ten oosten van
de Lier tot aan de Maas, en van de »Burgerscede” (vermoedelijk de Scheiwatering) tot
aan de parochie Naaldwijk, en voor wie het bezoek aan de moederkerk Maasland
bezwaren heeft, een kapel met doopvont en begraafplaats te bouwen. Overigens geheel
van deze kerk losgemaakt, waren zij slechts verplicht te Maasland hun Paaschcommunie

1) De Nederl. Stad- en Dorpbeschrijver weet te melden — maar zegt niet op welke gronden —
dat er waarschijnlijk reeds vóór de 9de eeuw een kerk te Maasland stond.

64
 
Annotationen