dit kapitale doek (100 X llóc.M.) met zijn schitterend kleureffect van zilver-grijs, rood
en geeloker, door een ongenoemde aan den Staat is geschonken, ter plaatsing in het
Rijksmuseum, dat nog geen Aert de Gelder bezat. De schenker heeft door deze mooie
daad den onverdeelden dank der natie verdiend.
Reeds vóór de veiling was, gelijk boven gezegd, aan het Bestuur der Vereeniging
Rembrandt door Mevrouw Rosé alhier verzocht, voor haar een Backer te koopen, dien
Aert de Gelder, Koning David.
zij aan het Mauritshuis zal schenken of legateeren. Dit voornemen geeft ons aanleiding
om ook den Backer hier af te beelden, hoewel hij het eigendom van Mevrouw Rosé is
en dus feitelijk niet tot ’s Rijks aanwinsten behoort.
Het jongensportret, op doek, 94 X 71 c.M., rechts gemerkt: J. de Backer 1634,
behoort met het portret van Uyttenbogaert in de Remonstrantsche kerk te Amsterdam
en de Regenten van het Burgerweeshuis (in dat weeshuis aldaar bewaard) tot Backers
meesterstukken. M. i. echter overtreft het die beide in innigheid en levenswaarheid.
16
en geeloker, door een ongenoemde aan den Staat is geschonken, ter plaatsing in het
Rijksmuseum, dat nog geen Aert de Gelder bezat. De schenker heeft door deze mooie
daad den onverdeelden dank der natie verdiend.
Reeds vóór de veiling was, gelijk boven gezegd, aan het Bestuur der Vereeniging
Rembrandt door Mevrouw Rosé alhier verzocht, voor haar een Backer te koopen, dien
Aert de Gelder, Koning David.
zij aan het Mauritshuis zal schenken of legateeren. Dit voornemen geeft ons aanleiding
om ook den Backer hier af te beelden, hoewel hij het eigendom van Mevrouw Rosé is
en dus feitelijk niet tot ’s Rijks aanwinsten behoort.
Het jongensportret, op doek, 94 X 71 c.M., rechts gemerkt: J. de Backer 1634,
behoort met het portret van Uyttenbogaert in de Remonstrantsche kerk te Amsterdam
en de Regenten van het Burgerweeshuis (in dat weeshuis aldaar bewaard) tot Backers
meesterstukken. M. i. echter overtreft het die beide in innigheid en levenswaarheid.
16