Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:
Muller, Samuel: Beschilderde plafonds
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0035

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
late gothiek nog vertoont. Het schilderwerk is echter nog wat jonger dan deze periode,

zooals de kostumen be-
wijzen. Want tusschen het
rankwerk vertoonen zich
allerlei figuurtjes met oud-
Hollandsche rijmpjes en
banderollen; die rijmpjes
moeten de bedoeling van de
aanwezigheid der figuurtjes
verduidelijken, maar slagen
daarin slechts zeergebrekkig.
Immers al kunnen wij na-
gaan, dat de jonker, die in
het midden der periode van Karei V moet geleefd hebben, eene jonkvrouw vervolgt, die
hem te paard ontsnapt, zooals blijkt uit het rijmpje, dat hem in den mond gegeven wordt:

»Die jofrau, die hier by ons was,

Hoe is sy op hoer pert so ras?”

de bijzonderheden van het geval blijven ons
onbekend. Misschien is het dezelfde jonker,
dien wij nog (gedeeltelijk) zien op het
volgende fragment, zich nog altijd voort-
spoedend tusschen het rankwerk en begluurd
door een faisant, die achter hem te voorschijn
komt. Hij heeft reeds een verren tocht afge-
legd, want het rijmpje laat hem zeggen:

»Die muede is, die mach wel lusten,
Daer hy comt, dat hy mach rusten.”

Is het ten slotte de schoone jonkvrouw zelve, die wij aantreffen op het derde fragment,

22
 
Annotationen