DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:Overvoorde, J. C.: Oude gevels te Rotterdam
DOI Artikel:Korte mededeelingen
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0038
ongeveer gelijktijdig gebouwd zijn in de tweede helft der 16de eeuw. De vooruitspringende
togen herinneren aan de gevels van den Windasboog en de Rozijnkorf te Dordrecht,
waarvan de eerste in 1583 werd gebouwd. Bij het rechtsche stuk rusten de togen op nu
verweerde draagsteentjes en bij het linker stuk op slanke Hermes-figuurtjes. De gevels
worden versierd door mooie ankers in drie verschillende dessins. In oude bescheiden
staat het huis bekend als »in den Coning Davit”.
Het aantal huizen uit de 16de eeuw is te Rotterdam zeer gering en nauwelijks
zal men aldaar een pendant vinden voor deze gevels. Juist daarom is het zeer te wenschen,
dat nog middelen gevonden worden om deze bescheiden getuigen van het opkomend
Rotterdam voor ondergang te behoeden.
De hierbij gereproduceerde penteekening werd vervaardigd door den Heer J.
Verheul Dzn., architect te Rotterdam, en werd door hem welwillend voor het Bulletin
afgestaan.
J. C. OVERVOORDE.
KORTE MEDEDEELINGEN.
De in 1911 ingestelde Commissie voor het Stadsschoon te Amsterdam heeft eene
oproeping gedaan, waarin zij de aandacht vestigt op haar doel en haar werking en in de
eerste plaats de hulp van particuliere architecten vraagt. Zij meent, dat haar pogen er
vooral op gericht moet zijn, «bouwend publiek en architecten zooveel doenlijk tot elkaar
te brengen”. Doch ook rekent zij tot hare taak: te waken tegen het verloren gaan
van merkwaardige gebouwen en het noodeloos opofferen van stadsschoon, en om
bij sloopingen, verbouwingen enz. door opmeting, teekening of fotografie een beeld te
bewaren van wat op verdwijnen staat, en opmetingen enz. te maken van merkwaardige
gebouwen fragmenten, intérieurs «om zoodoende te geraken tot eene verzameling (van
afbeeldingen) van wat Amsterdam aan schoons bezit of heeft bezeten”.
Heemschut-conferentie. — Den 29en en 30en Dec. j.1. had de tweede bijeenkomst van
«Heemschut” te Amsterdam plaats onder voorzitterschap van prof. H. Brugmans. De zorg
voor oude monumenten was het onderwerp der voordrachten, gehouden door Mr. J. Frederiks
en door Dr. Jan Kalf. De eerste sprak over de wettelijke bestrijding van inbreuken
op natuur- en stadsschoon. Hij bepleitte eene beperking der totnogtoe te zeer gehuldigde
onaantastbaarheid van het eigendomsrecht, dat immers evengoed als elk ander recht, uit
het gemeenschapsbelang is voortgekomen. Schetsend hoe hij zich eene wettelijke regeling
in dezen voorstelde, betoonde hij zich voorstander van klasseering der monumenten, mits
de lijsten telkens herzien kunnen worden.
Dr. Jan Kalf behandelde het restaureeren van bouwwerken, bezien van het standpunt
waarop «Heemschut” zich stelt, n.1. behoud van schoonheid. Hij wees op het gevaar,
dat door restaureeren schoonheid geschonden wordt. Er moet evenwel onderscheiden
25
togen herinneren aan de gevels van den Windasboog en de Rozijnkorf te Dordrecht,
waarvan de eerste in 1583 werd gebouwd. Bij het rechtsche stuk rusten de togen op nu
verweerde draagsteentjes en bij het linker stuk op slanke Hermes-figuurtjes. De gevels
worden versierd door mooie ankers in drie verschillende dessins. In oude bescheiden
staat het huis bekend als »in den Coning Davit”.
Het aantal huizen uit de 16de eeuw is te Rotterdam zeer gering en nauwelijks
zal men aldaar een pendant vinden voor deze gevels. Juist daarom is het zeer te wenschen,
dat nog middelen gevonden worden om deze bescheiden getuigen van het opkomend
Rotterdam voor ondergang te behoeden.
De hierbij gereproduceerde penteekening werd vervaardigd door den Heer J.
Verheul Dzn., architect te Rotterdam, en werd door hem welwillend voor het Bulletin
afgestaan.
J. C. OVERVOORDE.
KORTE MEDEDEELINGEN.
De in 1911 ingestelde Commissie voor het Stadsschoon te Amsterdam heeft eene
oproeping gedaan, waarin zij de aandacht vestigt op haar doel en haar werking en in de
eerste plaats de hulp van particuliere architecten vraagt. Zij meent, dat haar pogen er
vooral op gericht moet zijn, «bouwend publiek en architecten zooveel doenlijk tot elkaar
te brengen”. Doch ook rekent zij tot hare taak: te waken tegen het verloren gaan
van merkwaardige gebouwen en het noodeloos opofferen van stadsschoon, en om
bij sloopingen, verbouwingen enz. door opmeting, teekening of fotografie een beeld te
bewaren van wat op verdwijnen staat, en opmetingen enz. te maken van merkwaardige
gebouwen fragmenten, intérieurs «om zoodoende te geraken tot eene verzameling (van
afbeeldingen) van wat Amsterdam aan schoons bezit of heeft bezeten”.
Heemschut-conferentie. — Den 29en en 30en Dec. j.1. had de tweede bijeenkomst van
«Heemschut” te Amsterdam plaats onder voorzitterschap van prof. H. Brugmans. De zorg
voor oude monumenten was het onderwerp der voordrachten, gehouden door Mr. J. Frederiks
en door Dr. Jan Kalf. De eerste sprak over de wettelijke bestrijding van inbreuken
op natuur- en stadsschoon. Hij bepleitte eene beperking der totnogtoe te zeer gehuldigde
onaantastbaarheid van het eigendomsrecht, dat immers evengoed als elk ander recht, uit
het gemeenschapsbelang is voortgekomen. Schetsend hoe hij zich eene wettelijke regeling
in dezen voorstelde, betoonde hij zich voorstander van klasseering der monumenten, mits
de lijsten telkens herzien kunnen worden.
Dr. Jan Kalf behandelde het restaureeren van bouwwerken, bezien van het standpunt
waarop «Heemschut” zich stelt, n.1. behoud van schoonheid. Hij wees op het gevaar,
dat door restaureeren schoonheid geschonden wordt. Er moet evenwel onderscheiden
25