Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:
Korte mededeelingen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0041

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Renswoude. — De eigenaar der hofstede bij »Den Eng” is op zijn land eene op-
graving begonnen in de hoop overblijfselen van een vroeger daar gestaan hebbend kasteel
te vinden. Twee groote brokken fundeering zijn blootgelegd, waarvan echter het onderling
verband nog niet is gebleken. De afmeting der steenen zou bewijzen, dat het gebouw
minstens van de zestiende eeuw is. Het eenige van beteekenis wat tot heden gevonden
werd, is een zilveren munt uit den tijd van Karei V of Philips II.

_ Tijd 31 Dec. 1913.

Museumplannen te Arnhem. — In de aanstaande raadsvergadering te Arnhem komt
een voorstel van B. en Ws. in behandeling om de oude Buitensocieteit aan den Utrechtschen
straatweg tot Stedelijk museum in te richten. Als basis dient hierbij de nalatenschap van
Alexander Verhuell, overleden in 1897, die de gemeente Arnhem tot erfgenaam benoemde,
onder verplichting tot uitkeering van een legaat van ƒ75.000 aan de gemeente Doesburg.
Na aftrek van de kosten bedroeg de aan Arnhem ten deel gevallen nalatenschap ongeveer
ƒ30.000, welk bedrag volgens het testament bestemd was voor de oprichting van een museum.

Verschillende plannen werden sinds dien geopperd en weder prijsgegeven, hetzij
wegens de hooge kosten, hetzij wegens de mindere geschiktheid van de terreinen. Thans
biedt de aankoop van het zoo prachtig gelegen societeitsterrein de gelegenheid om, met
gebruikmaking van de aldaar aanwezige gebouwen, een museum te stichten voor ƒ43.500.

Door B. en Ws. wordt erkend, dat het stichten van een speciaal als museum
ontworpen gebouw de voorkeur zoude verdienen, doch dit wordt onbereikbaar geacht
wegens de daaraan verbonden kosten. De verbouwingsplannen werden om advies gezonden
aan de H.H. Jhr. B. W. F. van Riemsdijk en Dr. P. J. H. Cuypers, zoodat aangenomen
mag worden, dat het nieuwe museum aan billijke eischen zal voldoen. Toch mag gevraagd
worden, waarom ook niet het advies gevraagd werd van een der directeuren der grootere
stedelijke musea, die wellicht uit ervaring beter vertrouwd zijn met de eischen, die, behalve
voor de schilderijen-afdeeling, verder aan een stedelijk museum moeten gesteld worden?

Behoudens deze kleine opmerking kunnen wij slechts met groote instemming
melding maken van de Arnhemsche plannen, waardoor spoedig eene afdoende verbetering
mag verwacht worden in den museumtoestand van thans, die moeilijk geacht kan worden
overeen te komen met de waardigheid van Gelderland’s mooie en rijke hoofdstad.

In verband met de Bondsvergadering op 14 Februari a. s. stelt de redactie er prijs
op om deze eerste aflevering van het Bulletin reeds nu te doen verschijnen. Register en
omslag van het 6de deel volgen bij de tweede aflevering, welke zoo spoedig mogelijk
na de vergadering het licht zal zien; zij, die hiervoor bijdragen of mededeelingen wenschen
in te zenden, worden verzocht deze zoo spoedig mogelijk te zenden aan den voorzitter
of aan den secretaris van de redactie.

□ □ □
DnD

28
 
Annotationen