Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:
Peelen, Ida: Aanwinsten van het gemeente-museum te 's-Gravenhage
DOI Artikel:
De staatsbegrooting voor 1914
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0055

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
De kom en kan (afb. 3) die wij als voorbeeld voor paté dure aanhaalden, willen
wij niet onopgemerkt voorbijgaan. Al mogen zij wat de beschildering betreft niet zoo zeer
uitblinken, als voorwerpen op zich zelf zijn het zeldzame specimina. Behalve in Sèvres
en in de collectie van Baron van Zuijlen van Nijevelt zijn ons geen dergelijke stukken bekend.

Tot slot zij hier gewezen op een schotel versierd met een landschap omgeven door
bloemguirlandes (afb. 4), ook uit de verzameling Steengracht afkomstig. Het medaillon
met eene voorstelling van ruïnes, eenige zuilen en een pyramide, waartusschen eenige
figuurtjes, vertoont een zelfde palet als een Louis XVI schotel van een serviesje (tête a
tête) onzer verzameling. Wij vinden hier eene gelijke behandeling van de lucht in grijs-
blauw-gele tinten, overeenkomstig getippelde boomen, terwijl ten slotte het verschiet in
naar lila overhellende kleuren is geschilderd. De overige versieringen zijn waarschijnlijk
in later tijd aangebracht.

IDA C. E. PEELEN.

■ -— ■ ■ ■ -- -. .■

DE STAATSBEGROOTING VOOR 1914.

I. MONUMENTEN.

Bescherming en onderhoud van monumenten. De Minister werd door eene commissie
van deskundigen ingelicht en ?;ag in, dat eene wettelijke regeling noodwendig zal zijn om
tot eene afdoende bescherming van onze nationale monumenten te geraken. Het was hem
gebleken, dat zijn ambtsvoorganger hoofdzakelijk om financieele redenen tegen eene
wettelijke regeling bezwaar had. Hij hoopte echter de kwestie ter hand te nemen en
ook in het bijzonder te overwegen, op welke wijze aan den sinds jaren op de Regeering
uitgeoefenden drang gevolg kan worden gegeven, zonder dat al te belangrijke offers van
de schatkist zullen worden gevorderd; het was echter niet zeker of hij voor een en ander
den tijd zou vinden.

Gewézen werd op het feit, dat bij de restauratie van monumenten niet steeds
oordeelkundig wordt te werk gegaan. Als treffend voorbeeld werd genoemd, dat in den
gevel van het stadhuis te Middelburg de beeltenis van onze Koningin met de Prinses
zoude zijn geplaatst. Voor dergelijke anachronismen behoorde men zich te hoeden.

Dat bij de restauratie van monumenten niet steeds oordeelkundig te werk wordt
gegaan kon de Minister niet toegeven, al zal uit den aard der zaak in sommige gevallen
verschil van gevoelen omtrent de wijze van restauratie kunnen bestaan. Het aange-
haalde voorbeeld betreffende het stadhuis te Middelburg kan geenszins als bewijs voor
deze bewering strekken. Er is noch ten onzent, noch in het buitenland uitgemaakt, of
het plaatsen in oude gebouwen van beeltenissen van personen uit veel jongeren tijd als
een anachronisme te veroordeelen is en er zijn dan ook vele oude gebouwen te noemen,
waarin moderne beeltenissen werden geplaatst. Zoo werd onlangs in de Nieuwe kerk
te Amsterdam een glasraam gezet met de beeltenissen onzer vorsten en vorstinnen. Toen
men te Middelburg op de gedachte kwam om eene ledige nis van den topgevel van het

42
 
Annotationen