Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI issue:
Inhoudsopgave
DOI article:
Pluym, Willem van der: De Geertekerk te Utrecht
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0076

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
Hoewel verdere aanwijzigingen van dezen soberen bouw, waar iedere lust tot
detail-versiering ontbrak, niet meer aanwezig zijn, zoo zal men deze derde bouwperiode
op zijn laatst in de 14de eeuw moeten stellen en blijft over voor de:

4de Bouwperiode: uitbreiding met enkele aanbouwen.

De laatste uitbreiding, welke deze kerk onderging vóór ’t eind der 16de eeuw, toen
ze overging aan de Hervormden, werd uitgevoerd in baksteen van ± 0.295 X 0.14 X 0.062 M.
en bestond uit: twee kapellen aan de westzijde en een sacristy aan de N.O.-zijde (zie
teekening fig. 3). De eerstgenoemden zijn rechthoekig in plan (muurdikte 0.48 M.)
en zijn met het schip verbonden, ieder door eene opening1), welke men in den
tufsteenen muur maakte ter breedte van ± 2.75 M., boven begrensd door een half-
cirkelboog, waarvan de geboorte is aangegeven door eene halfrond-geprofileerde baksteen-
laag, tusschen den tufsteen aangebracht. Elke kapel heeft twee vensters in de zijmuren
en één aan den voorkant1 2 3 4), die evenals de oude vensters een spitsboog en schuine
dagkanten hebben.

Inwendig zijn deze kapellen afgedekt geweest met een houten tongewelf, waarvan
de halfcirkelvormige spanten (profileering 15de-eeuwsch) nog aanwezig zijn. Aan de
buitenzijde, op den vrijstaanden hoek van het muurwerk, is een contre-fort geplaatst,
geheel in verband, gelijktijdig opgetrokken met den bouw. Is hier een oogenblik aan
steenoverwelving gedacht, óf is het slechts de traditie van dien tijd om overhoeksche
steunbeeren te plaatsen?

De zijmuur der zuidelijke kapel heeft nog zijne oorspronkelijke gootlijst-profileering
bewaard. Het is eene baksteen overkraging, bestaande uit een platte laag (koppen), waarop
een staande laag met hol-profiel, welke op haar beurt afgedekt wordt door een onge-
profileerde platte laag (zie teekening fig. 4).

De westmuren dezer kapellen liggen ongeveer in één vlak met den voorkant van
den toren 3), en vormen tot op heden den baksteenen voorgevel van de kerk.

De sacristy, in plan rechthoekig, met overhoeksch contrefort, heeft in den oost-
muur een venster (met schuine dagkanten en eenvoudige traceering), inwendig over-
welfd door een steenen kruisgewelf op ribben (teekening fig. 4), welke gedragen
worden door met koppen versierde kraagsteenen, die het type der 15de eeuw vertoonen.
Uit deze verschillende details zou ik willen opmaken, dat de kapellen en de sacristy uit
de 15<fe eeuw dateeren.

Zoo is de St. Geertrude-kerk nog vóór de 16de eeuw voltooid en valt haar bouw-
geschiedenis geheel in het tijdvak der gotiek. Eerst bij Raadsbesluit d) van 7 Maart 1580 zal zij

1) Later (+ eerste kwart der 17e eeuw) dichtgemetseld met '/2 steens-muur, waarin een deur
met omtimmering.

2) Later dichtgemetseld; de vorm, ook die van de traceeringen, is nog aanwezig.

3) Hier moest men rekening houden met de helling der toren-muren, zoodat beneden een
kleine voorsprong te zien is, welke boven te-niet uitloopt.

4) Bor: Nederlandsche oorloghen, ed. 1621 bl. XIV p. 189.

63
 
Annotationen