Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:
Haslinghuis, Edward Johannes: De Ned. Herv. Kerk te Maasland
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0084
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Iezerslezenaar staat het jaartal 1773. Het is dus die waarop de volgende post betrekking heeft:

1773 September besteed bij A. Bakker te Rotterdam te maken een nieuwen lessenaar
op den kant van het hekje .... voor 24 st. het Pont en heeft gewoogen 32Va pont.

Onder aan den preekstoel prijkt nog een sierlijke koperen doopbekkenhouder.
Zoowel in het schip als in den noordbeuk bevindt zich een choorhek. Het eerste (uit
het begin der 17de eeuw) heeft aardige koppen in de kroonlijst (de buitenste half weg-
gehakt ter plaatsing van muurbanken) en draagt een lichtgeschilderd wapen van Holland 1).
Het tweede bevat een fraai deurtje met laat-Gothisch maaswerk, dat — naar door den
heer Jesse in »Eig. Haard”, 1904, blz. 516 is opgemerkt —, veel overeenkomst heeft met
het choorhek in Eemnes-Binnen, behalve dat bij ons deurtje de briefpaneelen ontbreken.
Jammer genoeg hindert ook hier weer die gele verflaag.

De muurbanken aan den zuid- en westkant, alsook het beschot tegen een kolom
hebben zeventiende-eeuwsch snijwerk.

Het in 1913 geheel nieuw geregistreerde orgel is uit omstreeks 1725. Nadat de
onderhandelingen met Johannes Duitschot, orgelmaker te Leiden, en Corn. Schol, organist
te Delft, over het maken van een nieuw instrument in 1724 afgesprongen waren, traden
kerkmeesters in bespreking met Rudolf Garrels 1 2 3), orgelmaker uit Den Haag. Ook met
hem vlotte het niet, omdat het bestek van den door hem meegebrachten timmerman te
hoog was. Maar het eind is toch geweest, dat het werk aan Garrels gegund is 3). De
kosten werden gevonden uit vrijwillige giften en uit een extra-belasting op de stoelen,
waarover veel te doen geweest is.

Van het achttal grafzerken noem ik slechts de Gothische, welke vóór het choor
ligt, uit 1516 en die van den kommandeur Jasper van Egmond van Meresteyn (J- 1595),
waarop, onder het wapen, de afbeelding van een geraamte met «Memento mori”.

De houten versieringen in den stijl van omstreeks 1625, welke zich in den noord-
beuk tegen het portaal, op het kleine choorhek en bij den toreningang bevinden, zijn
alle in 1867 overschilderd, evenals een spreukbord uit dien tijd. Twee tekstborden (midden
17de eeuw) bevinden zich nog in den ouden toestand. In het choor hangt in een Louis XV-
lijst een grisaille op doek, voorstellend de marteling van Christus, omgeven door
wapenschilden van Holland, Oranje, Maasland enz. en met het jaartal 1761.

Tot voor eenige jaren bevatte elk der choorvensters een chaos van gebrand-
schilderde fragmentjes. Aan de goede zorgen der kerkvoogden, die zich tot de Z.-H.

1) 1770: besluit om het choorhek in den noordbeuk op te vernissen en het ornament op het
groote hek »op te ligten en te vergulden".

2) Dezelfde maakte het orgel in Maassluis, z. Hess. Dispositiën enz., blz. 55.

3) Anno 1750. «Dewijl den orgelmaker Rudolf Garrels is komen te overlijden” is het orgel
nagezien »en de defekten opgestelt” door zijn knecht. Een onderzoek wees uit, dat alles conform het
bestek was. —

4 Juni 1724, houtwerk voor de zoldering van het orgel besteed aan Jan Crijnen Patijn, timmerman,
voor 268 gulden. Het metselwerk leverde Jan van der Hegt »uyt liefde”.

29 Sept. 1724, aan Claes Corn. Valkenis besteed het maken van orgelkas voor 190 gulden.

71
 
Annotationen