Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:
Byvanck, Alexander W.: Nederlanders in de "Grotte": Naschrift
DOI Artikel:
Kerkwijk, A. O. van: Muntvondst in den Hoogeveenschen polder
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0088

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
maar Duitsche namen vindt men vóór het midden der 18de eeuw in de grotte niet.
Althans de eerste is een Nederlander. De naam »Giovanni Fiammingo” komt in de
Romeinsche archieven zeer veel voor.

Hubrecht Gholtz schilder 1559. — Zoo las ik den naam. Dr. Weege publiceert:
«schilder zu Antorft”, en geeft een afbeelding van den naam op plaat 16 B. Achter
Gholtz staan nog wel een aantal letters, op de plaat niet te ontcijferen, maar zij zijn
klaarblijkelijk met een andere hand geschreven. Hubrecht Gholtz noemt zich anders
«Venloianus”.

Michiel 1576. — Prof. Six denkt aan Michiel de Gast, die in 1558 te Antwerpen
in het gild werd opgenomen, maar het is niet waarschijnlijk, dat hij, die al in 1538 te
Rome een contract sloot met Laurens van Rotterdam, in 1576 nog te Rome was. Een
«Michele pittore Fiammingo dimorante in via dei Pontifici” wordt in 1574 te Rome vermeld
(Bertolotti t. a. p. blz. 53).

Verschillende bezoekers zijn uit Mechelen afkomstig. Misschien zal men over hen
iets vinden in het artikel van Coninkx, («Artistes malinois a 1’étranger”, Annales de
1’Académie royale d’archéologie de Belgique LXV (6e série, tome V, 3e livr., 1913), dat
spoedig zal verschijnen.

Het Italiaansche gouvernement heeft thans een begin gemaakt met het ontgraven
van het nog niet onderzochte gedeelte van Nero’s paleis. Wellicht zal dit onderzoek, dat
door Dr. Weege wordt geleid, nog meer belangrijke gegevens aan het licht brengen voor
de geschiedenis der Nederlandsche kunstenaars in Rome.

A. W. BYVANCK.

MUNTVONDST IN DEN HOOGEVEENSCHEN POLDER.

Zooals reeds op pag. 27 vermeld is, zijn 24 December 1913 bij het graven in den
Hoogeveenschen polder onder Noordwijkerhout door een arbeider een aantal munten
gevonden, die in een eenvoudig versierd potje geborgen waren. Een opgave van de geheele
vondst, die wij door tusschenkomst van Mr. Dr. Overvoorde ter beschrijving mochten
ontvangen, laten wij hier volgen.

Holland 1567. Halve Bourgondische Kruisdaalder. Voorz. met C: HOL. v. d. Chijs1)
pi. XXXII, 60. Zonder jaar. Vijfde Filipsdaalder v. d. Ch. pl. XXXI, 30. (4 stuks).

Utrecht 1568. Bourgondische Kruisrijksdaalder v. d. Ch. pl. XXIV, 17, 1571.
Vijfde Filipsdaalder v. d. Ch. pl. XXIII, 5, 1571. Twintigste Filipsdaalder v. d. Ch.
pl. XXIV, 11.

Gelderland 1566. Vijfde Filipsdaalder v. d. Ch. pl. XXVII, 26 (2 stuks).

1) P. O. van der Chijs. Verhandeling omtrent de munten onzer voormalige Hertogen, Graven,
Heeren en Steden. Haarlem 1851—62, 9 dln.

75
 
Annotationen