DOI issue:
Inhoudsopgave
DOI article:Kerkwijk, A. O. van: Muntvondst in den Hoogeveenschen polder
DOI Page / Citation link: https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0089
Overijsel 1566. Vijfde Filipsdaalder v. d. Ch. pl. XIX, 10 (2 stuks), dito van 1567
v. d. Ch. pl. XIX, 11.
Deventer, Kampen, Zwolle 1570. Rijksdaalder v. d. Ch. pl. VII, 40.
Brabant 1563, 1564. Vijfde Filipsdaalder te Antwerpen geslagen v. d. Ch. pl. XXIX, 22,
de Witte 722 *), 1566. Alsvoren, v. d. Ch. pl. XXIX, 21, de Witte 724, 1570. Flalve
Bourgondische Kruisrijksdaalder v. d. Ch. pl. XXIX, 30, de Witte 738, 1571. Vijfde
Filipsdaalder te Antwerpen geslagen v. d. Ch. pl. XXIX, 22, de Witte 722, 1571. Tiende
Filipsdaalder alsvoren v. d. Ch. pl. XXIX, 25, de Witte 729, 1571. Alsvoren te Maastricht
geslagen.
Vlaanderen 1566. Vijfde Filipsdaalder (2 stuks).
Luik 1570. Gerard van Groesbeeck (1564—1580). Daalder3). Voorz. met CO tv LO,
de Chestret3) pl. XXXIV, 514.
Stavelot 1567. Christoph. van Manderscheid abt 1546—1576. Daalder. Revue beige
de Numismatique 1892, p. 191, 7—8,1568. Daalder alsvoren. Revue beige 1892, p. 192,9 (note).
Thorn 1570. Margaretha van Brederode, abdis 1531 —1577. Daalder v. d. Chijs
pl. XIX, 23.
Spanje. Isabella en Ferdinand V. Real en Halve Real.
Oost-Friesland. Enno II, 1528—1540. Goudgulden zonder jaartal van zeer laag-
gehalte 3). Inn- und Knijphausen *) 6355.
Aken (stad) 1570. Thaler met het beeld van Karei den Groote. Menadier !j 134h
en 134d, 2 exemplaren verschillend3).
Keulen (stad) 1568. Thaler. v. Merle G) p. 508, 18. 1569 Thaler. v. Merle, p. 509, 20.
Verder bevatte de vondst nog een 30-tal dubbele en enkele stuivers van Holland,
Brabant en Vlaanderen, van Filips den Schoonen en tijdens de minderjarigheid van
Karei V geslagen, alle slecht bewaard.
De jongste stukken zijn de Vijfde en Tiende Filipsdaalders van Brabant te Antwerpen
geslagen in 1571, die uitstekend bewaard zijn en slechts korten tijd in omloop kunnen
zijn geweest, zoodat de munten kort na 1571 aan de schoot der aarde moeten zijn
toevertrouwd.
’s-Gravenhage, Febr. 1914. A. O. VAN KERKWIJK.
1) Alph. de Witte. Histoire monétaire des Comtes dc Louvain, ducs de Brabant et marquis du
Saint Empire Romain. Anvers 1894—99, 3 vols.
2) Aangekocht door het Koninklijk Penning-Kabinet.
3) J. de Chestret de Haneffe. Numismatique de la Principauté de Liége. Bruxelles 1890.
4) K. zu Inn- und Knijphausen. Münz- und Medaillen-Kabinet. Hannover 1872-77.
5) J. Menadier. Die Aachener Münzen (Zeitschrift für Numismatik XXX en XXXI).
6) Merle. Beschrcibung der Köllnischen Münzsamlung. Kölln 1792.
Oüü
ddd
76
v. d. Ch. pl. XIX, 11.
Deventer, Kampen, Zwolle 1570. Rijksdaalder v. d. Ch. pl. VII, 40.
Brabant 1563, 1564. Vijfde Filipsdaalder te Antwerpen geslagen v. d. Ch. pl. XXIX, 22,
de Witte 722 *), 1566. Alsvoren, v. d. Ch. pl. XXIX, 21, de Witte 724, 1570. Flalve
Bourgondische Kruisrijksdaalder v. d. Ch. pl. XXIX, 30, de Witte 738, 1571. Vijfde
Filipsdaalder te Antwerpen geslagen v. d. Ch. pl. XXIX, 22, de Witte 722, 1571. Tiende
Filipsdaalder alsvoren v. d. Ch. pl. XXIX, 25, de Witte 729, 1571. Alsvoren te Maastricht
geslagen.
Vlaanderen 1566. Vijfde Filipsdaalder (2 stuks).
Luik 1570. Gerard van Groesbeeck (1564—1580). Daalder3). Voorz. met CO tv LO,
de Chestret3) pl. XXXIV, 514.
Stavelot 1567. Christoph. van Manderscheid abt 1546—1576. Daalder. Revue beige
de Numismatique 1892, p. 191, 7—8,1568. Daalder alsvoren. Revue beige 1892, p. 192,9 (note).
Thorn 1570. Margaretha van Brederode, abdis 1531 —1577. Daalder v. d. Chijs
pl. XIX, 23.
Spanje. Isabella en Ferdinand V. Real en Halve Real.
Oost-Friesland. Enno II, 1528—1540. Goudgulden zonder jaartal van zeer laag-
gehalte 3). Inn- und Knijphausen *) 6355.
Aken (stad) 1570. Thaler met het beeld van Karei den Groote. Menadier !j 134h
en 134d, 2 exemplaren verschillend3).
Keulen (stad) 1568. Thaler. v. Merle G) p. 508, 18. 1569 Thaler. v. Merle, p. 509, 20.
Verder bevatte de vondst nog een 30-tal dubbele en enkele stuivers van Holland,
Brabant en Vlaanderen, van Filips den Schoonen en tijdens de minderjarigheid van
Karei V geslagen, alle slecht bewaard.
De jongste stukken zijn de Vijfde en Tiende Filipsdaalders van Brabant te Antwerpen
geslagen in 1571, die uitstekend bewaard zijn en slechts korten tijd in omloop kunnen
zijn geweest, zoodat de munten kort na 1571 aan de schoot der aarde moeten zijn
toevertrouwd.
’s-Gravenhage, Febr. 1914. A. O. VAN KERKWIJK.
1) Alph. de Witte. Histoire monétaire des Comtes dc Louvain, ducs de Brabant et marquis du
Saint Empire Romain. Anvers 1894—99, 3 vols.
2) Aangekocht door het Koninklijk Penning-Kabinet.
3) J. de Chestret de Haneffe. Numismatique de la Principauté de Liége. Bruxelles 1890.
4) K. zu Inn- und Knijphausen. Münz- und Medaillen-Kabinet. Hannover 1872-77.
5) J. Menadier. Die Aachener Münzen (Zeitschrift für Numismatik XXX en XXXI).
6) Merle. Beschrcibung der Köllnischen Münzsamlung. Kölln 1792.
Oüü
ddd
76