Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI issue:
Inhoudsopgave
DOI article:
Korte mededeelingen
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0099

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
KORTE MEDEDEELINGEN.

Monumenten.

Monumentenwet in Frankrijk. — Op zijne redevoeringen, verzameld in twee bundels,
«Pour nos églises” en »Autour de nos églises de village” heeft Maurice Barrès in de
«Revue des Deux Mondes” een artikel laten volgen: »La grande pitié des églises de France”.

Aan Barrès’ onvermoeid opkomen voor het behoud van oude dorpskerken zal het
wel voor een groot deel te danken zijn, dat onlangs in Frankrijk eene verscherpte
monumentenwet is aangenomen, al geeft die nog lang niet wat hij wenscht. Deze wet
van 31 Dec. 1913 geeft den Staat het recht tot classeering tegen den zin van den eigenaar.
Verder krijgt de Staat het recht, bij restauraties in te grijpen. Geclasseerde gebouwen,
benevens de belendende panden, mogen onteigend worden.

Binnen 3 jaar moet een inventaris samengesteld zijn van monumenten, die aanspraak
hebben op bescherming, al worden ze nog niet geclasseerd. Deze mogen niet gewijzigd
worden zonder den prefekt er van in kennis te stellen.

De Senaat besloot bovendien een «nationale kas voor de historische monumenten”
te stichten.

Dat ook in Duitschland, ondanks de vele maatregelen ten bate van «Denkmalpflege”,
nog niet alles in den haak is, blijkt uit hetgeen in het plaatsje Niederzwehren (Hessen)
gebeurd is. De kerkvoogdij heeft hier belangrijke laat-gothische fresco’s in den toren
laten weghakken, ofschoon zij meermalen op de waarde dezer schilderingen gewezen was.
Had zij volkomen haar zin gehad, dan zou de heele toren verdwenen zijn!

Amsterdam. — De St. Agnietenschool, een middeleeuwsche kloosterkapel, zal
teruggebracht worden in den toestand van na 1632, toen zij voor het «Athenaeum illustre”
ingericht werd.

Aan den O. Z. Voorburgwal staat nog een poortje, dat oorspronkelijk toegang
tot den stadstimmertuin gegeven heeft. Toen deze tuin in 1630 verplaatst werd, bracht
men het poortje over naar het pleintje voor de Doorluchtige school. Het jaartal 1631,
dat er ingehouwen is, ziet dus niet op den tijd van den bouw. De stijl herinnert sterk
aan Vredeman de Vries.

Wat het gebouw zelf betreft, dat behalve de lokalen voor het Athenaeum, ook
een kapel en een admiraliteitspakhuis herbergde, het was in den laatsten tijd geheel
verminkt en diende voor stadsschool, terwijl het pleintje door een aangrenzenden bouw
in de verdrukking kwam.

Amsterdam. — B. en Ws. zijn van plan het voormalig Buiten-Gasthuis (Pesthuis)
te sloopen. Door het bestuur van den Bond en door de besturen der Maatschappij tot
Bevordering van Bouwkunst en van Heemschut zijn adressen aan den gemeenteraad
gericht, waarin het behoud van dit gebouw bepleit wordt. In het «Alg. Hbl.” betoogt

86
 
Annotationen