DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:Haslinghuis, Edward Johannes: Oud-Breda
DOI Seite / Zitierlink:https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0114
Zeiden we daarstraks, dat het voornaamste deel van het voorgebouw uit den tijd
van Hendrik III dagteekent, dit geldt niet van de twee nu te noemen deelen, die ouder
zijn en vermoedelijk behoorden tot de »toiren, metselrien ende andere wercke, die (blijkens
een charter van 1462) Janne, here tot Breda begonnen heeft”. Jan IV had n.1. ten Z.
en ten O. van het kasteel een ommuring laten aanbrengen, waarvan men het (later
met een houten galerij voorziene en thans geheel verdwenen) oostfront, geflankeerd
door twee ronde torens, op de prent van Dolendo onderscheidt. Van den aanleg van
± 1462 staat nu nog:
c. de vierkante toren op den
zuidwesthoek, eenigszins scheef
gesteld ten opzichte van het onder
a. beschreven deel, waarmede hij
wat zijn onderstuk betreft, een ge-
heel vormt. Inwendig bevindt zich
een vertrek met laat-Gothische kruis-
ribgewelven.
d. Tegen den pasbeschreven
toren staat, in een stompen hoek
op het onder a. beschreven gebouw,
de «Rekenkamer”, thans woning
van den geneesheer. In de 16de eeuw
waren hier de boekerij en een kunst-
kabinet ondergebracht. Dit gedeelte
is geheel vernieuwd, behalve dat
onder in den oostwand nog eenige
zuilen eener oorspronkelijke galerij
bewaard zijn, en dat zich boven de
stucplafonds oude balken zolderingen
met laat-Gothische sleutelstukken
bevinden.
Slaan wij den blik weer op de
afbeelding, dan zien wij inden zuidwesthoek der ommuring een tweetal veelhoekige torens.
Het zijn de Granaat- en de Duiventoven, beide zevenkantig met afgeschuinde hoeken, en gedekt
door kunstig ineengezette kappen in den vorm eener afgeknotte pyramide. Zij bevatten elk een
met een stergewelf overkluisde benedenruimte, welke, te oordeelen naar het profiel van ribben
en kraagsteenen en naar de schietgaten, uit denzelfden tijd als het Blokhuis afkomstig zijn J).
Poort in het zuidelijk voorgebouw van het kasteel.
1) Tusschen deze twee torens door staat de kasteelgracht in verbinding met de Mark door het z.g.
Spanjaardsgat, dat in zijn naam de herinnering aan de verrassing door het turfschip bewaart. Inderdaad
moet deze schuit evenwel op een meer noordelijk gelegen punt binnengevaren zijn, daar het Spanjaards-
gat eerst in 1610 gegraven is.
101
van Hendrik III dagteekent, dit geldt niet van de twee nu te noemen deelen, die ouder
zijn en vermoedelijk behoorden tot de »toiren, metselrien ende andere wercke, die (blijkens
een charter van 1462) Janne, here tot Breda begonnen heeft”. Jan IV had n.1. ten Z.
en ten O. van het kasteel een ommuring laten aanbrengen, waarvan men het (later
met een houten galerij voorziene en thans geheel verdwenen) oostfront, geflankeerd
door twee ronde torens, op de prent van Dolendo onderscheidt. Van den aanleg van
± 1462 staat nu nog:
c. de vierkante toren op den
zuidwesthoek, eenigszins scheef
gesteld ten opzichte van het onder
a. beschreven deel, waarmede hij
wat zijn onderstuk betreft, een ge-
heel vormt. Inwendig bevindt zich
een vertrek met laat-Gothische kruis-
ribgewelven.
d. Tegen den pasbeschreven
toren staat, in een stompen hoek
op het onder a. beschreven gebouw,
de «Rekenkamer”, thans woning
van den geneesheer. In de 16de eeuw
waren hier de boekerij en een kunst-
kabinet ondergebracht. Dit gedeelte
is geheel vernieuwd, behalve dat
onder in den oostwand nog eenige
zuilen eener oorspronkelijke galerij
bewaard zijn, en dat zich boven de
stucplafonds oude balken zolderingen
met laat-Gothische sleutelstukken
bevinden.
Slaan wij den blik weer op de
afbeelding, dan zien wij inden zuidwesthoek der ommuring een tweetal veelhoekige torens.
Het zijn de Granaat- en de Duiventoven, beide zevenkantig met afgeschuinde hoeken, en gedekt
door kunstig ineengezette kappen in den vorm eener afgeknotte pyramide. Zij bevatten elk een
met een stergewelf overkluisde benedenruimte, welke, te oordeelen naar het profiel van ribben
en kraagsteenen en naar de schietgaten, uit denzelfden tijd als het Blokhuis afkomstig zijn J).
Poort in het zuidelijk voorgebouw van het kasteel.
1) Tusschen deze twee torens door staat de kasteelgracht in verbinding met de Mark door het z.g.
Spanjaardsgat, dat in zijn naam de herinnering aan de verrassing door het turfschip bewaart. Inderdaad
moet deze schuit evenwel op een meer noordelijk gelegen punt binnengevaren zijn, daar het Spanjaards-
gat eerst in 1610 gegraven is.
101