kerk (den toren niet meegerekend) komen slechts twee stergewelven voor, één in de
kapel, ten Z. van het choor en tegen
den dwarsarm gelegen, maar ook één
in de sluiting van de O. L. V.-kapel.
Aangaande de bouwmeesters der
Groote Kerk is slechts zeer weinig
bekend. Bij een aanbesteding voor het
St. Catharinaklooster in 1498 worden
vermeld »Cornelis Joes werckmeester
van der kercken te Breda en Adriaen
Ghiben metser”, terwijl de eerstge-
noemde nog eens in een rekening van
het zeilde jaar voorkomt als hebbende
8 stuiver ontvangen, omdat hij «twee-
maal den kerkgrond getogen had”.
Vermoedelijk betrof het werk van deze
mannen alleen den torenbouw. Zoo
ook dat van Mr. Hynryck alias Roesken,
die het stergewelf in den toren
metselde (1543).
In 1566 woedde de beeldenstorm
in de kerk. «Met veel hevigheid en
wanorde” zegt van Goor, maar bij
bezoeken aan de kerk trof het mij,
gezien de wijze waarop zoovele beelden
geschonden zijn, dat er «de 1’ordre
dans le désordre” geweest moet zijn.
In 1580 kwam zij aan de Prote-
stanten, doch slechts voor een jaar.
Wegens de talrijke lotswisselingen der
stad duurde het tot 1637, eer de
Hervormden zich in haar rustig bezit
konden verheugen.
Ofschoon hierboven de voor-
naamste deelen der kerk genoemd zijn,
moge hier voor het duidelijk overzicht
een beknopte beschrijving metdateering
volgen:
Zij is opgetrokken in baksteen,
Koperen doopvont in de Groote Kerk.
109
kapel, ten Z. van het choor en tegen
den dwarsarm gelegen, maar ook één
in de sluiting van de O. L. V.-kapel.
Aangaande de bouwmeesters der
Groote Kerk is slechts zeer weinig
bekend. Bij een aanbesteding voor het
St. Catharinaklooster in 1498 worden
vermeld »Cornelis Joes werckmeester
van der kercken te Breda en Adriaen
Ghiben metser”, terwijl de eerstge-
noemde nog eens in een rekening van
het zeilde jaar voorkomt als hebbende
8 stuiver ontvangen, omdat hij «twee-
maal den kerkgrond getogen had”.
Vermoedelijk betrof het werk van deze
mannen alleen den torenbouw. Zoo
ook dat van Mr. Hynryck alias Roesken,
die het stergewelf in den toren
metselde (1543).
In 1566 woedde de beeldenstorm
in de kerk. «Met veel hevigheid en
wanorde” zegt van Goor, maar bij
bezoeken aan de kerk trof het mij,
gezien de wijze waarop zoovele beelden
geschonden zijn, dat er «de 1’ordre
dans le désordre” geweest moet zijn.
In 1580 kwam zij aan de Prote-
stanten, doch slechts voor een jaar.
Wegens de talrijke lotswisselingen der
stad duurde het tot 1637, eer de
Hervormden zich in haar rustig bezit
konden verheugen.
Ofschoon hierboven de voor-
naamste deelen der kerk genoemd zijn,
moge hier voor het duidelijk overzicht
een beknopte beschrijving metdateering
volgen:
Zij is opgetrokken in baksteen,
Koperen doopvont in de Groote Kerk.
109