DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:Haslinghuis, Edward Johannes: Oud-Breda
DOI Seite / Zitierlink:https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0123
aan de binnen- zoowel als aan de buitenzijde bekleed met bergsteen, en bestaat uit:
1. een door zuilen in drie beuken gescheiden schip (XV) van 5 gewelfvakken, met
a. tegen den noordbeuk een reeks van 7 kapellen (+ 1500—1526): 6 rechthoekige
en, bij den toren, 1 vijfzijdige vanwaar het uitgebouwde H. Graf toegankelijk is. De
6de kapel (van het W. af geteld) heeft een baksteenen uitbouw (XVI);
b. tegen den zuidbeuk eveneens 7 overeenkomstige kapellen (± 1500—1526),
waarvan de vijfzijdige bij den toren de doopkapel is.
2. een dwarsbeuk (XV), door 5 bogen in gemeenschap met het choor en met
zeskante traptorens tegen de beide oosthoeken.
3. een twee treden hooger gelegen en door 5 zijden van den tienhoek gesloten
choor, bestaande uit:
a. een presbyterium (ib 1400) van 4 gewelfvakken, door een afsluitmuur omgeven;
b. een omgang als voortzetting der zijbeuken van het schip. Aan den noordkant
Miséricorde van de koorbanken. Miséricorde van de koorbanken.
zijn 3, aan den zuidkant 4 traveeën van den omgang uit de 15de eeuw; het overige
uit het 2de kwart der 16de eeuw.
4. ten N. van dezen omgang en langs de 4 traveeën door bogen ermede in verbinding,
ligt de O. L.V.-kapel (± 1525), gesloten door 3 zijden van den achthoek.
5. ten Z. van den omgang liggen tegen 3 traveeën 3 rechthoekige kapellen, in
wier verlengde zich de kapittelzaal (2de kwart der 16de eeuw) bevindt, welke 2 gewelf-
vakken diep is en gesloten wordt door 3 zijden van den achthoek.
Tegen den zuidwand dezer laatste kapellen eenige dienstvertrekken.
6. een vierkanten ingebouwden, door overhoeksche beeren geschraagden westtoren,
die tegen den zuidwesthoek een achtkanten traptoren heeft en die door bogen in
gemeenschap staat met het schip en de zijbeuken.
Prof. Evers heeft de aandacht gevestigd op de overeenkomst van den plattegrond,
alsook van den inwendigen opbouw dezer kerk met die van St. Goedele te Brussel.
110
1. een door zuilen in drie beuken gescheiden schip (XV) van 5 gewelfvakken, met
a. tegen den noordbeuk een reeks van 7 kapellen (+ 1500—1526): 6 rechthoekige
en, bij den toren, 1 vijfzijdige vanwaar het uitgebouwde H. Graf toegankelijk is. De
6de kapel (van het W. af geteld) heeft een baksteenen uitbouw (XVI);
b. tegen den zuidbeuk eveneens 7 overeenkomstige kapellen (± 1500—1526),
waarvan de vijfzijdige bij den toren de doopkapel is.
2. een dwarsbeuk (XV), door 5 bogen in gemeenschap met het choor en met
zeskante traptorens tegen de beide oosthoeken.
3. een twee treden hooger gelegen en door 5 zijden van den tienhoek gesloten
choor, bestaande uit:
a. een presbyterium (ib 1400) van 4 gewelfvakken, door een afsluitmuur omgeven;
b. een omgang als voortzetting der zijbeuken van het schip. Aan den noordkant
Miséricorde van de koorbanken. Miséricorde van de koorbanken.
zijn 3, aan den zuidkant 4 traveeën van den omgang uit de 15de eeuw; het overige
uit het 2de kwart der 16de eeuw.
4. ten N. van dezen omgang en langs de 4 traveeën door bogen ermede in verbinding,
ligt de O. L.V.-kapel (± 1525), gesloten door 3 zijden van den achthoek.
5. ten Z. van den omgang liggen tegen 3 traveeën 3 rechthoekige kapellen, in
wier verlengde zich de kapittelzaal (2de kwart der 16de eeuw) bevindt, welke 2 gewelf-
vakken diep is en gesloten wordt door 3 zijden van den achthoek.
Tegen den zuidwand dezer laatste kapellen eenige dienstvertrekken.
6. een vierkanten ingebouwden, door overhoeksche beeren geschraagden westtoren,
die tegen den zuidwesthoek een achtkanten traptoren heeft en die door bogen in
gemeenschap staat met het schip en de zijbeuken.
Prof. Evers heeft de aandacht gevestigd op de overeenkomst van den plattegrond,
alsook van den inwendigen opbouw dezer kerk met die van St. Goedele te Brussel.
110