Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (2.Ser. 7.1914)

rechthoekige met kleine huisjes ombouwde terrein, aan den noordkant afgesloten door
de in 1837 opgetrokken kerk met pastorie. Biedt deze bebouwing thans weinig belangrijks,
anders is het met de liturgische voorwerpen die
hier bewaard worden, zooals een gegoten koperen
voordraagkruis (XV of XVI), een verguld zil-
veren, gedreven monstrans met gegoten heiligen-
beeldjes (1628), een groot aantal laat-17de-
eeuwsche kandelaars, in zilver gedreven en in
koper geslagen.

8. Het Raadhuis, dat op de grondslagen van
het vorige, afgebrand in 1534, inderhaast opge-
trokken werd, is van 1766—1768 uit- en inwendig
zóó vernieuwd, dat het beter in het volgend
hoofdstuk ter sprake komt.

Is er van zuiver-middeleeuwsche particuliere
woningen niets meer over, ook de vrij talrijke,
tegen 1500 en daarna gebouwde, ruime steenen
huizen voor de leden der hofhouding en voor
aanzienlijke geslachten als de Renesse’s, Assen-
delft’s, Brecht’s, Wijngaerde’s, Hocrom’s enz.
zijn verdwenen. Van eenige bleven evenwel
brokstukken behouden :

9. Van het huis Biecht (1525) bewaart het
Militair Hospitaal aan de Singelstraat nog frag-
menten. Aan de straatzijde biedt het gebouw
niets opmerkelijks meer, doch wie den doorgang
inloopt tot hij op het binnenpleintje komt,
vindt daar eene ordonnantie die geen twijfel
laat, dat dit pleintje vroeger aan twee zijden
door eene galerij omgeven was. Op een zand-
steenen borstwering staan zuiltjes verbonden door
korfbogen, op welke de bovenmuren rusten.

Deze laatste zijn in hun bovendeel van een
kleiner formaat baksteen, wat vermoeden doet,

dat de verdieping in hare tegenwoordige gedaante, _ , , , , „

Gevel aan den Haagdijk No.22, na de restauratie.

van later dagteekening is. De bogen der galerij

zijn thans alle gedicht. In de zwikken ter weerszijde van den boog bij het stalgebouw
zijn ronde uitsparingen, vermoedelijk voor medaillons bestemd. De noordelijke travee

121