Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI issue:
Inhoudsopgave
DOI article:
Ligtenberg, Raphael: De grafmonumenten in de Groote Kerk te Breda
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0154

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
deelen der ridderkleeding zijn te onderscheiden: een maliënkap over het hoofd en een
dito bedekking van den hals; een wijde mantel met franje omzoomd, die het harnas op
de borst vrijliet, maar in lange plooien van de armen afhing. Onder het harnas ziet men
om de heupen wederom het maliënhemd, waaronder de accotoen of wambuis uitkomt.
De dijen zijn door maliën, de knieën door ijzeren platen (kniestukken) beschermd. —
Het hoofd lag eertijds op een kussen, en aan de voeten, die met de onderbeenen verdwenen
zijn, rustte een leeuwtje: op de prent van Erlinger ligt het beeld nog ongeschonden; op
die van Immink ontbreken de voeten, maar de leeuw is er nog J). Ook droeg de ridder

Fig. 5 (Erlinger). Fig. 6 (Immink).

eertijds een helm op de maliënkap, evenals Jan I, en de handen had hij eveneens op de
borst samen in biddende houding.

De teekening van 1861 door R. W. Kleyn geeft een reconstructie van het geheel;
de vormen alweer volgens de 18<fe eeuwsche prenten; de polychromie volgens de kleuren,
die op het monument' zelf nog zijn na te gaan.

Boven de tombe zijn in den wand der nis — die, langs de muur gemeten 2,92 M.
breed is en van dekplaat tot den top van het segment 1,90 M. hoog — twee zandsteenen 1

1) Dat dier kijkt bij Erlinger naar het Westen, bij Immink naar het Oosten. Misschien bestonden
er, ten tijde der teekenaars, nog maar fragmenten van.

141
 
Annotationen