Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:
Hoogewerff, Godefridus J.: De zorg de monumenten en kunstschatten in Italië
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0189

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
voor de bewaring der kunstvoorwerpen, welke in deze gebouwen aanwezig zijn.”

Art. 52. — «Wanneer staat, provincie of eenig ander der bovenbedoelde lichamen
een gebouw aankoopt ol onteigent, ten einde dit te doen afbreken, dan zullen onder
de materialen, die volgens contract aan den ondernemer van het sloopingswerk worden
toegewezen, zich nimmer zaken of onderdeden mogen bevinden, die het belang hebben
waarvan in art. 1 van de wet van 20 Juni 1909 sprake is, ook indien zulke onderdeden
bij het sloopingswerk zelf aan het licht mochten komen.”

«Elke overeenkomst in strijd met deze bepaling zal ongeldig zijn.”

Hoofdstuk II. — Over zaken, die het eigendom zijn van particuliere personen.

Ie Sectie. — Kennisgeving van het «overwegend belang”.

Art. 53. — «De kennisgeving aan de eigenaars en bezitters van zaken, die het
overwegend belang hebben, waarover in art. 5 van de wet van 20 Juni 1909 gesproken
wordt, zal geschieden:

a. óf door middel van een aangeteekend schrijven met bewijs van ontvangst.

b. óf door middel van een acte, opgemaakt ter griffie eener rechtbank of op de
secretarie van een gemeente, en ter kennis gebracht van den betrokken persoon op gelijke
wijze, als is vastgesteld voor de dagvaardigingen ter civiele procedure.”

«De gezegde kennisgevingen kunnen worden uitgevaardigd hetzij rechtstreeks door
het Ministerie van Onderwijs, hetzij door een der superintendenten, of ook door een
ambtenaar opzettelijk daartoe gemachtigd.”

«In zeer dringende gevallen, of wanneer er gevaar bestaat dat het kunstwerk ont-
trokken of naar het buitenland vervoerd zal worden, ook indien er oogenblikkelijk gevaar
bestaat voor de goede bewaring, kunnen de ambtenaren van de administratie der «oudheid
en schoone kunsten” en de andere openbare ambtenaren, genoemd in het eerste lid van
art. 2 der wet van 27 Juni 1907, overgaan tot de kennisgeving van het aanwezige
«overwegend belang” bij mondelinge verklaring aan den eigenaar of bezitter, van welke
mondelinge verklaring proces-verbaal wordt opgemaakt. Het proces-verbaal zal onderteekend
worden door den ambtenaar, die tot de verklaring is overgegaan en door den belang-
hebbende. Indien deze laatste weigert zijn handteekening te plaatsen, zal daarvan in
het proces-verbaal melding worden gemaakt, welk document dan evenzeer van kracht
zal zijn.”

Art. 54. — «De eigenaar of bezitter zal zich tot den Minister van Onderwijs
kunnen wenden, met het verzoek, dat over de gedane aanzegging de «consiglio superiore”
zich nader uitspreke.”

2e Sectie. — Verandering van eigendom en bezit.

§ 1. — In te dienen verklaringen.

Art. 56—61 geven voorschriften omtrent de wijzen waarop het Ministerie van
Onderwijs in kennis moet worden gesteld van eiken overgang van eigendom en bezit
(geheel of gedeeltelijk) der zaken, waarvan het «overwegend belang” officieel is geconstateerd.
De verschillende punten, welke in te dienen verklaringen moeten bevatten, worden nauwkeurig

176
 
Annotationen