Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI issue:
Inhoudsopgave
DOI article:
Hoogewerff, Godefridus J.: Een nederlandsch "Monument" te Rome (Villa Borghese) en zijn bouwmeester, Jan van Santen
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0221

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
Sedert 1600, niet lang na de boven vermelde inschrijving, komt Jan van Santen
voor onder de leden der Duitsch-Nederlandsche broederschap van S. Maria in Campo
Santo. Aanvankelijk verschijnt hij niet dan af en toe ter vergadering, tot hij in het najaar
van 1606 verkozen wordt tot »camerlengo”, dat is zooveel als beheerend voorzitter, voor
de Nederlandsche gewesten. Het bestuur van kerk en hospitium van Campo Santo was
namelijk tusschen Germania Inferiora en Germania Superiora gedurende de heele 17de eeuw
zorgvuldig verdeeld. Jaarlijks werd uit eiken landaard een volledig bestuur gekozen. Daarvan
waren de lagere titularissen gelijktijdig in functie, maar de vier «camerlenghi” hadden
ieder drie maanden lang de opperste leiding in handen, zoodat een geregelde afwisseling
tusschen de twee nationaliteiten ontstond. In 1608 maakt Van Santen deel uit van den
bestuursraad der twaalf »assistenti” !). Het blijkt dus, dat hij in dezen tijd reeds een
gezien heer was en eenigszins verrast zijn wij hem uit de rechterlijke archieven, juist in
het eigen jaar zijner eere, van een zijde te leeren kennen, die aanvankelijk verdacht moet
heeten. Meteen echter leeren de documenten over het voor van Santen hoogst onaangenaam
voorval, dat Baglione geheel betrouwbaar is, als hij mededeelt, dat de meester vroeger
meubelmaker van zijn ambacht is geweest.

Den 10en April 1606 vinden we Giovanni Santen, timmerman, woonachtig in
de Via Giulia, in hechtenis genomen en zich verantwoordend voor den politierechter 1 2).
Hij verklaart als volgt:

»Ik ben gearresteerd in mijn winkel, naar ik meen van wege eenig ongenoegen,
dat ik heb gehad met mijn landgenoot Arnaldo Romelar. Wij kwamen elkaar tegen op de
Piazza Navona en hij begon mij uit te schelden, zeggende «fielt”, hetgeen een zeer
beleedigend woord is in onze taal. Wij raakten handgemeen en hij stootte mij met een
vinger in het oog, zooals men nog zien kan, daar het geheel bebloed is van binnen. Ik
vluchtte in een boekwinkel en nam een stok. Hij greep er ook een en gaf mij een slag,
waardoor deze vinger mij heel gekneusd is. Ik heb een klacht ingediend.”

De politiedienaren schijnen gedacht te hebben, dat Van Santen de aanleiding had
gegeven tot het standje, maar dit blijkt onjuist. Hij wordt dan ook na de voorloopige
ondervraging op vrije voeten gesteld, doch ondergaat vier dagen later nog een nader
verhoor. De griffier doopt hem dan plechtig «Giovanni di quondam Pietro de Sanctis”.
Het protocol luidt in vertaling als volgt:

»Ik geloof dat ik weer gehaald ben voor die bastonnade met Arnaldo Arumelar.
Hij is van dezelfde stad als ik ben en bevindt zich te Rome sedert een jaar. Ik heb hem
33 dagen lang onderhouden, toen hij hier kwam, maar hij heeft mij nooit iets betaald.
Ik liet mij met hem in op aandringen van verscheidene landgenooten, die mij zeiden dat
hij arm was en van honger stierf.”

1) Voor een en ander zie «Bescheiden in Italië" II, blz. 266 vg., 354, 356 vgg.

2) Vgl. voor het volgende A. Bertolotti, «Artisti belgi ed olandesi a Roma” (Firenze, 1880),
blz. 71 vgg. en 236 vgg.

208
 
Annotationen