Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI issue:
Inhoudsopgave
DOI article:
Korte berichten
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0282

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
Muntvondst te Stompwijk. — In het begin van December werden te Stompwijk op
het erf van G. Huisman aan den Veenweg de volgende 28 stuks zilveren munten gevonden :
Gelderland: Guldens van 1701, 1707 en 1738 (12 stuks). Holland: Drie gulden van 1764,
guldens van 1713, 1793 (2 stuks), 1794 en 1795. West Friesland: Gulden van 1699.
Zeeland: Daalder van 1685. Utrecht: Drie gulden van 1794, daalders van 1685 (3 stuks)
en 1689, guldens van 1714, 1716, 1737, en 1763. Overijsel: Guldens van 1706, 1707,
1718, 1723, 1733, en 1737 (2 stuks). De jongste munt, de Hollandsche Gulden van 1795,
was blijkbaar nog maar kort in omloop geweest, voor hij aan den schoot der aarde werd
toevertrouwd, zoodat het zeer waarschijnlijk is, dat de eigenaar in de woelige tijden kort
na 1795 zijn schat zal hebben begraven.

Utrecht. — Het verslag der commissie tot herstel van den Domtoren vermeldt,
dat in 1913 de tweede hoekpinakel (uitgezonderd het beeldhouwwerk), en verder gedeelten
van de borstwering en van de blinde traceeringen in de onderhanden genomen vakken
gereed zijn gekomen.

Het herstel van den westgevel en van de aansluitende deelen van noord- en zuid-
gevel werd voortgezet tot aan den aanzet van den boog over de groote middenopening,
zooveel mogelijk met behoud der oude blokken, maar een groot aantal ervan moest
vernieuwd worden.

Er werd in 1913 voor ƒ20.000 aan de restauratie verwerkt.

In het Aprilnummer vermeldden we, dat de hofstede »Chartroise” met slooping
bedreigd werd. Na het advies van Mr. S. Muller ingewonnen te hebben, zijn B. en W.
er thans voor de poort met de achterliggende hofstede, die nog gedeeltelijk hare 17de-eeuwsche
architectuur behouden heeft, te sparen en maatregelen tegen instorten te nemen.

Romeinsche nederzetting te Vechten. — Het Bijblad der Nederlandsche anthropo-
logische vereeniging deelt mede, dat men in de eerstvolgende jaren de opgravingen bij
Vechten krachtig zal aanvatten, nu in den laatsten tijd verschillende vondsten het belang
deze oude Romeinsche nederzetting weer voor oogen gesteld hebben.

Vechten moet, naar opschriften en stempels uitwijzen, reeds in den tijd van keizer
Augustus een belangrijk punt geweest zijn. Onder Germanicus diende het wellicht tot
punt van samentrekking der Romeinsche vloot.

Hoe dit zij, in elk geval vertoonen zich hier sporen van een vesting uit den tijd
der Flavische keizers. De grachten hiervan zijn reeds over een lengte van + 150 M.
teruggevonden.

En ten slotte vindt men hier nog overblijfselen van een nederzetting uit het eind
der tweede eeuw.

Jammer genoeg heeft de aanleg van een andere vesting, n.1. het tegenwoordige
fort Vechten, de verschillende strata deerlijk door elkaar geworpen.

269
 
Annotationen