Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 1.1887-1888

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.24587#0053
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
SCHILDER-, TEEKEN-, PLAATSNIJKUNST, ENZ. 47

maken in elk geval eenen harmonischen indruk. Char-
let heeft een edel werk voor de huiskamer geschilderd.
Mme de Bonnechose’s portret zou in zulk vertrek niet
op hare plaats zijn.

Mevrouw de gravin J. d’Oultremont (op halve grootte)
heeft zieh door Jan van Beers evenmin voor hare ver-
wanten laten schilderen. Fijne aantrekkeliikheid ontbreekt
er niet aan haar portret, maar wat er omgaat in ver-
stand en hart laat de schilder ons niet lezen.

Meer tot het gemoed sprekend en zielvoller is voor-
waar Barthelemy de St-Hilaire’s beeid, al is het door
vrouwenhand (MIle Amelie Beaury-Saurel) gepenseeld.
Men zou eer La comtesse aan eene vrouwenhand en
Barthelemy aan een krachtiger penseel toeschrijven.

Blikken wij nu terug dan zou voorzeker Lagye’s
Godeliva veeleer dan het werk van Leveque enz. ot
een der genoemde portretten in eene kerk passen. Maar
zeker kan b. v. St-Hilaire’s beeltenis beter doorgaan
voor dat van een wakkeren weldoener van ’t menschelijk
geslacht, en als zoodanig een voorwerp worden van
vereering, dan eene menigte van voorstellingen, wel is
waar aan den bijbel ontleend, maar die in stijl en
kleur den gevorderden ernst en de innigheid van over-
tuiging niet uitdrukken.

Dit meende ik in dit eerste deel te bewijzen.

II.

Voor kerk of bidkamer bestemd is Lybaerts Maria
in ’t gebed. Möge dit kunstwerk 00k meer aan mid-
deleeuwsche voorbeelden dan aan persoonlijke vinding
doen denken, fijnheid en innigheid van gevoel, door
keurigen arbeid uitgedrukt, zal niemand eraan ontzeggen.

Aan Anthony, die een dergelijk onderwerp op gelijke
 
Annotationen