Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 2.1889

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.24586#0105

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
94 DE KAPEL VAN « ’T CLAEITJE » TE BRÜGGE.

versiering heeft doen verdwijnen, maar een nauwkeurig
onderzoek toont aan, dat deze tombe nooit beschilderd
is geweest.

De laatste kelder raakt aan den grondslag van
den buitenmuur der kapel; men is genoodzaakt geweest
nieuwe kelders nevens diegenen te graven welke oor-
spronkelijk bestünden.

Genoemde kelder is ook in omgekeerde richting
gegraven, zooals de plaatsing der geschilderde beeiden
bewijzen.

Het wTas algemeene regel aan het hoofdeinde der
grafkelders den kalvarieberg te schilderen : Christus

aan ‘t kruis, benevens zijne Moeder en S{ Jan.

Aan t voeteneinde schilderde men de heilige Maagd
met het kind jezus. Gelijk men uit onze plaat bemerkt,
verschilt de schikking in den eersten van die der drie
overige kelders, hetgeen opnieuw bewijst dat hij van
latere dagteekening is. Welke personen in deze graf-
kelders zijn ter aarde besteld, en tot welken tijd zij
derhalve behooren, willen wij in de volgend'e bladzijden
onderzoeken,

Bij de opening van het tweede graf heeft men
het looden zegel eener bul van paus Bonifatius IX
gevonden, benevens eene kleine zilveren munt van Phi-
lips den Stoute, met de zeer bekende voorstelhng (die
zoo geheel aan Brügge eigen is), van den vaandeldra-
genden leeuw. De munt wras een gros.

Nu weten wij dat Bonifacius IX van 1389 tot 1404
den pauselijken zetel innam, en Philips de Stoute
van 1381 tot 1404 regeerde.

Nadere opheldering geeft ons het archief van ons
godshuis. Wij hebben reeds van de stichtingsacte des
jaars 1890 gesproken.

Den 26n Februari 1406 verleende de vicaris gene-
 
Annotationen