Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 2.1889

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.24586#0136

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
AANKÜNDIGUNGEN EN ADVERTENTIEN. 125

Repertorium für Kunstwissenschaft. Deel XI, aflev. 4. (W.
Spemann, Stuttgart, 1888). Prof. Dr. F. X. Kraus geeft daarin een
overzicht der werken versehenen op het gebied der Oudheidkunde
en kunstgeschiedenis (bl. 18). Daarin wordt met lof gewag gemaakt
van Prof. Andr. jansens Eene merkwaardige Schilderij (Utrecht,

1887. Kruisiging van Guido di Ghezzo). Verder wordt de Dietsche
Warande daarin met wäre deelneming begroet, wegens eene « rij van
belangrijke bijdragen ».

Wij bevelen onzen lezers het Repertorium recht warm aan.
Kortheid, klaarheid en bondigheid zijn daarvan de hoofdtrekken.

Red.

De Maandbode. Een tijdschrift, onder medewerking van T.
Bakker, W. N. Goenen, F. Nagtglas, A. de Priester, Jhr. A. T. A.
Van Rappard, A. S. T. Wallis en anderen. Utrecht, J. W. Leeflang

1888.

Vier afleveringen zijn tot heden in onze handen : Januari,
Februari, Maart, April; later versehenen nummers hebben wij niet
ontvangen.

Van tijdschriften die niet meer malen dan maandelijks ver-
schijnen en met ons ruilen, geven wij voortaan den inhoud
vol 1 e d i g op.

De Tijd. 3 Dec. J. J. Graaf, De katholieke kerk en de
middeleeuwsche kunststijlen. (1)

I. Bouwkunst. De schrijver komt op tegen eene redeneering
van den heer Giaus, welke beweert, dat cc daar de gothische
bouwkunst in Italie, »waar de paus zijnen zetel gevestigd heeft,
« nooit te huis is geweest, » de renaissance-kunst even zoozeer aan
den geest der Kerk beantwoordt als andere bouwstijlen.

De schrijver beschouwt de gothische bouwkunst als « het
erfdeel der (onzer) vaderen, » « nationaal erfgoed. » « R,omaansch
en gothiek mögen bij ons een voorrecht doen gelden... zij zijn
als de moedertaal.... wel wat harder.... dan het vloeiend en
vleiend Italiaansch, maar onze moedertaaler dat zegt alles-
10 December II. Beeldhouw- en Schilderkunst. In dit hoofd-
stuk deelt de schrijver mede, hoe het concilie van Trente over
de kunst van 't begin der 169 eeuw dacht. Het verbood in de
kerk beeiden te schilderen procaci venustate (van onbeschaamde
dartelheid). Zulke « vermaningen n worden niet gegeven « lenzij

(1) Verg. 00k van denzelfden schrijver een « Antwoord » aan
den heer F. J. Poelhekke, op diens Studie : H'et goed recht der
renaissance. Dit « Antwoord » komt voor in den Katholiek, D.
9a, bl. 389-413.
 
Annotationen