Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 2.1889

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.24586#0320

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
VONDEL EN MILTON.

293

(( Ha-rtlib club » genoemd, stelde hem hiervan ongetwij-
feld in kennis. Deze vriendenkring bestond uit Samuel
Hartlib, John Durie, John Pell, Theodoor Haak, March-
mont Needham en anderen; en men zou hen juister
hebben kunnen noemen de Hollandsche club.

Onderhandelingen met Hollandsche gezantschappen,
woordenstrijd met Hollandsche professoren, omgang met
een kring van zoogenaamde Hollandsche vrienden, brief-
wisseling met Holländers, getwist met Hollandsche uit-
gevers, dat alles wat oorzaak, dat Milton geheel thuis
raakte in Hollandsche zaken, en dat hij niet minder
goed bekend was met de gebeurtenissen en intrigues,
ja zelfs met het gebabbel, van de voorname kringen in
Holland dan met de toen aan de orde zijnde praatjes
in Londen.

Als dat zoo is, dan is het bijna onmogelijk, dat
Milton niet heel spoedig zulk een belangrijk meuws,
belangrijk vooral voor een letterkundig man, zou gehoord
hebben als het verschijnen van Vondels Lucifer in Januari
1654 en dat hem niet dadelijk de geruchten zouden zijn
ter oore gekomen van de ontevredenheid der geestelijk-
heid, door dit treurspel verwekt. Want Vondel was geen
jong of onbekend man : reeds lang te voren had hij roem
verworven en bekleedde hij de eereplaats onder de vele
schitterende schrijvers, die in dat tijdperk, de gouden eeuw
der Hollandsche letterkunde, in hun vollen bloei waren.

Hij had nu het toppunt van den roem bereikt.
Zijn buitengewone Verdiensten waren erkend geworden
op het St. Lucasfeest te Amsterdam, (20 October 1653).

Bij voorbaat, wegens het meesterstuk, dat zoo spoedig
daarna aan de wereld zou geschonken worden, werd de
bejaarde Vondel, die Apollo voorstelde, op dat feest door
.meer dan honderd dichters, schilders en kunstvrienden,
als hun hoofd begroet en plechtig drukten zij hem de
lauwerkroon op den grijzen kruin.
 
Annotationen