648 DE HEERLIJKHEDEN
Het volgende gralschrift, dat men voorheen in de
St. Pauluskerk te Antwerpen zag, is blijkbaar dat van
den eigenaar van Nielerbroeck :
Hier leet begraven
Robbereght vä Haefte sterf A° H97, 20 Decem.
EN AGNEETE DE BOUHAULT
SÜ HUIJSVR. STERF A° XVC XLVI DEXXs(i) DACHjULIUS
Het is aan de Inscriptions funeraires de la pro-
vince d'Anvers ontleend, welk werk het wapenschild
dat den grafzerk versierde, in blanco laat.
Twee rouwborden in de slotkapel van Niel schijnen
betrekking te hebben op twee dochters van Robert v.
Haeften (?) Het eene (van 14 Maart 1681) is versierd
met een ruitschild, gedeeld, 1 in zilver een zwarte vuur-
steen van het gülden vlies, vei'gezeld van 3 meerltjes
van betzelfde, 2, Chätillon, het schildhoofd beladen
met een roode barensteel (v. Haeften); het andere (van
22 Juni 1673) voert hetzelfde wapen, maar zonder baren-
steel.
Na Robert van Haeften vinden wij de familie
Arnouts in het bezit van Nielerbroeck, naar het schijnt
sedert 1588. Pieter Arnouts gaf in i5gy de visscherij
in den Rüpel, längs zijne goederen, in pacht aan Egi-
dius van Lijsbette (sic); Jacob Arnouts verhuurde haar
in i6o5 aan een onbekende.
Hij had den 15n Mei 1600 aan « Garei Cornelissen
en Jan Pieterssen Bai verhuurd de visscherij, bij Nie-
lerbroeck buijtens dijcxs in den Schelde, beginnende
(1) Alibi XXVI.
Het volgende gralschrift, dat men voorheen in de
St. Pauluskerk te Antwerpen zag, is blijkbaar dat van
den eigenaar van Nielerbroeck :
Hier leet begraven
Robbereght vä Haefte sterf A° H97, 20 Decem.
EN AGNEETE DE BOUHAULT
SÜ HUIJSVR. STERF A° XVC XLVI DEXXs(i) DACHjULIUS
Het is aan de Inscriptions funeraires de la pro-
vince d'Anvers ontleend, welk werk het wapenschild
dat den grafzerk versierde, in blanco laat.
Twee rouwborden in de slotkapel van Niel schijnen
betrekking te hebben op twee dochters van Robert v.
Haeften (?) Het eene (van 14 Maart 1681) is versierd
met een ruitschild, gedeeld, 1 in zilver een zwarte vuur-
steen van het gülden vlies, vei'gezeld van 3 meerltjes
van betzelfde, 2, Chätillon, het schildhoofd beladen
met een roode barensteel (v. Haeften); het andere (van
22 Juni 1673) voert hetzelfde wapen, maar zonder baren-
steel.
Na Robert van Haeften vinden wij de familie
Arnouts in het bezit van Nielerbroeck, naar het schijnt
sedert 1588. Pieter Arnouts gaf in i5gy de visscherij
in den Rüpel, längs zijne goederen, in pacht aan Egi-
dius van Lijsbette (sic); Jacob Arnouts verhuurde haar
in i6o5 aan een onbekende.
Hij had den 15n Mei 1600 aan « Garei Cornelissen
en Jan Pieterssen Bai verhuurd de visscherij, bij Nie-
lerbroeck buijtens dijcxs in den Schelde, beginnende
(1) Alibi XXVI.