Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 10.1897

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.26590#0177

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
170

BOEKENKENNIS.

Zooals de schrijvers liet in hun Voorwoord bekennen, is het eerder
een leerboek over bijenteelt dan een jaarboek. Het behelst dan ook
eene menigte belangrijke gegevens op dat gebied. De naam jaarboek
schijnt evenwel aan te duiden, dat wij ieder jaar met een dergelijk
niet alleen den bijenteler, maar ook den leek op dat gebied nuttige
boekje zullen vergast worden. Ook belooft men ons voor toekomend
jaar een dergelijk jaarboek met teekeningen versierd.

Het doel, dat de schrijvers met hun werk hopen te bereiken, is
het volgende :

i° De vervallen bijenteelt in onze Vlaamsclie streken weder op
te beuren en in eere te brengen.

2° De beginnelingen en verachterde bijenhouders de onontbeerlijke
kennissen mede te deelen, om in de bijenteelt zoo goed mogelijk te
gelukken.

30 De meer ervaren personen in dat vak aan te sporen, om steeds
naar verbetering te streven.

40 Het heilzaam gebruik van den honig meer en meer te verspreiden.

Vooral met het oog op de moeite, die tegenwoordig de Belgische
regeeriDg aanwendt, om de bijenteelt te doen herleven, is dit boekje
eene belangrijke aanwinst. Habets.

De Stroovlechter. Vertelling uit het Jeherdal, door L Van
Rückelingen. Gent, A. Siffer, in-8°, 102 bladz. Pi ijs, 1,50 fr.

Dit verhaal, in « gekuischte » taal geschreven, is eene getrouwe
schets van het dorpsleven in het bekoorlijke Jeherdal. De gebeurtenissen
zijn waar, en vele der personen, die op het tooneel gevoerd worden,
leven nog. Het is juist daarom, dat persoons- en dorpsnamen verdicht
werden. De schrijver, dien wij reeds vroeger als historicus hadden
leeren waardeeren, is ook hier in zijne rol gebleven. Hij heeft slechts
trachten weer te geven, wat hij met eigen oogen heeft gezien, en wat
hij heeft hooren vertellen.

Deze vertelling behoeft noch in karakterteekening noch in natuur-
beschrijving onder te doen voor degene, die de heer Hurrelbrink voor
eenige jaren liet verschijnen over eenige dorpen in het zuiden van
Hollandsch Limburg, onder den naam van Limburgsche novellen.

Wij wenschen den heer van Rückelingen geluk met de uitvoe
ring van zijn onderwerp. Gaarne gunnen wij hem eene tweede uitgave
met bijvoeging van het den lezer beloofde laatste hoofdstuk.

Habets.

Het stadhuis van Maastricht, Historische schets door de Ras,
stadsarchivaris, Maastricht, Leiter-Nijpels 1896.

Deze meerendeels naar oorspronkelijke bescheiden bewerkte histo-
rische schets, is de aanvulling van eene lang bestaande leemte in onze
Limburgsche kunstgeschiedenis : de beschrijving van het Alaastrichtsche
stadhuis als kunstwerk.

De p'echtige eerste-steenlegging had plaats den 21 Juli 1654 onder
 
Annotationen