Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 11.1898

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.26593#0284
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
27 o

OMROEPER.

De kunstenaars zijn : Ferd. Brütt (Diisseldorf), Arth. Kampf (id.),
Gabriel Max (id.), F. Skarbina (Berlijn), Franz Stuck (Munchen), Carl
Marr (id.), Fritz von Uhde (id.), Ernst Zimmermann (id.), Hans Thoma
(Frankfort a. d. M.).

Volgens de Vlaatnsche School, die een goed oordeel in kunst-
zaken ontwikkelt, zou Franz Stuck’s portret het best geslaagd zijn, het
minst conventioneel, het meest mannelijk en goddelijk verheven en
geheel het zoetsappige missend dat de meeste der overige Christus-
typen ontsiert :

« Een overschoone lijn vormt de overgang van voorhoofd en neus,
« het donkere haar hangt welig op de schouders. In de diepste diepten
« van de fluweeldonkere oogen ligt een verheven uitdrukking van
« wilskracht en, macht... De tengere hand, een hand van lijden...,
« is half als ter betoog geopend... De achtergrond heel donker, heel
« rustig, vormt bijna een geheel met het inktdiepe zwart van hoofd-
« haar en baard. »

Kampf schilderde een mooie, interessante, magere Jood, met al
’t eeuwen lang lijden van het volk van God in de droeve, diepe,
donkere oogen. De handen zijn echte martelaarshanden.

C. Marr. Zeer schoon, kalm en rein gelaat, met een roerende
uitdrukking van weemoed en vrede.

G. Max. Een mooie, blonde man met een nietszeggend gelaat.

Skarbina. Een prachtig avondlandschap en daarin een half-krank-
zionige in een wijdvlottend gewaad.

Thoma. Het sentimenteele type der Rheuilander toonend, breed,
grof, kalm en geduldig. Het geheel bedorven door een gillende bonte lijst.

Von Uhde. Een leelijke man zonder distinctie, met de starre uit-
drukking van half krankzinnigheid in de oogen. Is op louter effekt
geschilderd.

Uhde’s Christustype op zijn nieuw schilderij Christus bij den
arbeidei' is daarentegen zeer schoon en edel.

Zimmermann. Schoon gelaat. De houding edel, eenvoudig en rustig.
Maar het geheel bevredigt niet.

Brütt. Gewoon en alledaagsch. Het meest in den smaak van het
gewone publiek vallend. C’est toul dire.

Allotria.

Militaire disciplien. — Kapitein : « De sergeant X. krijgt drie
dagen arrest : hij gmg uit en kocht een haring zonder sabel en kraag. »

In Pruisen dragen, zooals men ziet, zelfs de haringen een sabel..

Nieuwe tijdrekening. — Twee boeren van Bierbeek zitten
laat in een herberg :

A. — Jongen, ’t zal gaan tijd worden, da’ me aangaan, zulle!

B. —- Allo! zijde verveerd van Mieke?..

A. — Neeje! maar ze zullen gaan d’herberg sluiten; wat uur
peisde wel dat ’t is?

B. — Hewel! ’t Is nog een pinte voor 12 uren...
 
Annotationen