Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Grieken, Th. M. M.
de Plant in hare Ornamentale Behandeling: met eene Inleiding : "over de Zinnebeeldige Voorstelling". 2 Titelplaten, 38 Albumplaten, 4 tekstplaten en 150 tekstfiguren — Groningen, 1888

DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.43156#0058
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
51 —

haal, dat zijn lijk in een schip tegen den stroom opdreef. St. Ursula (de Engelsche koningsdochter,
wier voorstellingen zeker bekend zijn aan allen, die de stad Keulen, waarvan zij patrones is, be-
zochten), wordt ook afgebeeld staande in een schip met eene kroon op het hoofd, ook wel met
eenen pijl in de hand. Volgens het verhaal zoude zij met 11.000 jonkvrouwen in een schip van
Engeland naar Holland, den Rijn op tot Bazel, en vervolgens naar Rome gereisd, en op den terug-
weg met de geheele schaar van maagden bij Keulen vermoord zijn. Men stelt haar dan ook voor
met eenen mantel omhangen, dien zij over de u.ooo maagden uitspreidt; ook wel met eene duif
onder hare voeten. Naar het vermoeden van enkelen, moet hier het schip ook symb. in de beteekenis
van „Kerk” worden opgevat.
Een berg met een daarop geplaatst lam of kruis stelt Christus voor. Vloeien er vier stroo-
men uit den berg, dan beteekenen deze de vier stroomen van het paradijs, of de vier evangeliën.
Ook ziet men soms in plaats van een kruis eenen olijfboom, ook wel drie kruisen op den berg
geplant, of de berg loopt in drie spitsen uit en wordt dan drieberg genoemd, doelende op den
Olijfberg en Golgotha. De rots is het symbool niet alleen van Christus en Petrus, maar ook van
de maagd Maria. — De wijnberg is, door de schoone parabelen van Christus, eene algemeene en
goed begrepen allegorie geworden: de Heer had zichzelven den waren wijnstok genoemd, en zijne
jongeren de druiven. Dientengevolge herhalen de oudste getuigen der traditie dit idee op de meest
verschillende wijzen, en ziet men de met druiven bezette wijnranken zoo dikwijls als motieven van
symbolische ornamentatie in de christelijke gedenkteekenen aangewend. Reeds op oude joodsche
grafsteenen, zoowel als op de munten, werden afbeeldingen gevonden van druiven, als aanduiding
op het beloofde land; een gebruik, dat de christenen overnamen en met het idee van het ware
beloofde land, het hemelsche vaderland, vereenigden, terwijl het gebruik van den wijnstok als
eucharistisch symbool (symb. van het H. Avondmaal) tot eenen iets lateren tijd behoort. Ook krui-
sen werden met wijnranken versierd, bijv, het kruis van het Vaticaan, een kruis in mozaïek in St.
Clemente te Rome, enz. Deze samenstellingen, waarbij ranken en druiven van den wijnstok voor-
komen, dringen blijkbaar de gedachte terug, dat men hier slechts met een ornament, aan de antieke
schilderingen uit de omgeving van Dionysus ontnomen, te doen zoude hebben.
Het zwaard was bij de ouden slechts het symbool van den oorlog, bij de Germanen attribuut
van den krijgsgod Led. In de middeleeuwsche symboliek echter en in de heraldiek beteekent het
zwaard adel en gerechtigheid, macht, geweld en christelijken heldenmoed. Wanneer het achterliet
wapen is geplaatst, is het zwaard een teeken der wereldsche gerechtigheid, voornamelijk van het
recht over leven en dood. Het zwaard komt bij vele martelaren als martelwerktuig en attribuut voor.
De fakkel komt voor in de antieke beelden als attribuut: i) van de godin van het licht, Artemis,
Diana Lucifera, Luna, die op munten eene fakkel als schepter voert, in tempelbeelden met boog
en fakkel of fakkels in beide handen, als zinnebeeld van het leven en den dood, wordt voorgesteld.
2) van Ceres of Demeter, die hare dochter zoekt (zie pag. 11). 3) van Juno, als godin van den
echt, Here Zeuxia, Juno Pronuba. 4) der Venus Libitina, welke, als godin van leven en dood, den
vlinder van Psyche verzengt met de aan Amor ontnomen fakkel. 5) van Hypnos en zijnen broeder
Thanatos, geniën van den slaap en den dood, welke met eene naar beneden gebogen levens-
fakkel in de hand, of steunende op eene uitgedoofde fakkel, worden voorgesteld. 6) van den
god der feestgelagen en vroolijke levensgenietingen, bij de latere Grieken, Komos genaamd. Hij
wordt afgebeeld als een gevleugeld jongeling, te midden van wijn- en liefdegoden, of slaap-
dronken met naar beneden hangende fakkel. 7) ook bij de Bacchusfeesten speelt de fakkel eene
groote rol, vooral bij de lampadophoriën of fakkeldansen. Ook Amor wordt dikwijls met eene
fakkel in de handen afgebeeld, zoomede de huwelijksgod Hymen. Zoo komt ook de fakkel bij
de Romeinen voor in de allegorie der standvastigheid „Constantia”, echter alleen met betrekking
 
Annotationen